1 naar de industriewatertank / hogedruk-
reiniger
2 naar de riolering *)
3 Controleschacht *)
4 Dompelpomp *)
5 Pompbekken van het recyclingsysteem
*)
6 Scheidingsinstallatie (EN 858) *)
7 Slibopvang van het recyclingsysteem *)
8 Circulatie (naar de slibopvang)
9 Leiding in tegenstroom spoelen
10 Smoorklep
11 Veiligheidsventiel
12 Manometer Filteringang
13 Meerwegventiel
14 Draadfilter
15 Manometer actiefkoolstoffilter
16 Actiefkoolstoffilter
17 Testkraan **)
18 2. Actiefkoolstoffilter **)
19 Magneetventiel
20 Begrenzer
21 Filtraatslang
22 Overstroomklep
*) door opdrachtgever
**) optie
Beschrijving van de functies
Hierna wordt de stroomweg van het water
in de verschillende standen van de meer-
wegklep beschreven.
FILTEREN
Tijdens de filterwerking loopt het water over
Dompelpomp
–
Meerwegklep in stand „FILTEREN"
–
Filter (stroomrichting filteren)
–
naar de hogedrukreiniger / industriewa-
–
tertank
IN TEGENSTROOM SPOELEN / BAC-
KWASH
Tijdens het in tegenstroom spoelen loopt
het water over
Dompelpomp
–
Meerwegventiel in de stand "IN TE-
–
GENSTROOM SPOELEN/BAC-
KWASH"
Filter (tegen de stroomrichting in filte-
–
ren)
in de slibopvang
–
34
Functie
Stroomschema
EERSTE FILTRAAT / RINSE
Bij het spoelen loopt het water over:
Dompelpomp
–
Meerwegventiel in de stand "EERSTE
–
FILTRAAT / RINSE"
Filter (stroomrichting filteren)
–
in de slibopvang
–
CIRCULATIE / RECIRCULATION
Die stand is niet nodig voor de werking van
de installatie.
Functie actiefkoolstoffilter
Wanneer de waterspiegel in het pompbek-
ken een bepaald niveau overschrijdt, gaat
het magneetventiel open en wordt water
via de actiefkoolstoffilter in de riolering ge-
leid.
Technische gegevens
Spanning
Frequentie
Vermogen
Druk (min.)
Druk (max.)
Filterrendement
Hoeveelheid afvalwater
Inhoud actiefkoolstoffilter
Breedte
Diepte
Hoogte
Gewicht
3
-
NL
Vereisten aan de dompelpomp (ge-
Druk (min.)
Druk (max.)
Transporthoeveelheid
min. bij 0,2 MPa (2 bar)
Volume maximaal
geschikt voor vuil water
–
geschikt voor continubedrijf
–
met droogloopbeveiliging
–
OPMERKING
Pompen met een te hoog vermogen kun-
nen begrensd worden door het verstellen
van de smoorklep.
V
230
Hz
50
VOORZICHTIG
W
12
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
MPa
0,2
wicht van het apparaat.
(bar)
(2)
In de installatie voorhanden restwater moet
MPa
0,35
voor het transport verwijderd worden.
(bar)
(3,5)
Bij het transport in voertuigen moet het ap-
paraat conform de geldige richtlijnen bevei-
l/h
1200
ligd worden tegen verschuiven en kantelen.
l/d
550
Opslag van het apparaat
l
28
VOORZICHTIG
mm
1000
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
mm
480
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
mm
1600
In de installatie voorhanden restwater moet
voor de opslag verwijderd worden.
kg
110
Apparaat op een vorstvrije plaats bewaren.
bouw)
MPa
0,2
(bar)
(2)
MPa
0,35
(bar)
(3,5)
l/h
1200
l/h
2000
Vervoer