Installatie; Condensafvoerpomp Monteren; Condensafvoerpomp Aansluiten - Bosch CP1 Instrucciones De Instalación

3

Installatie

3.1

Condensafvoerpomp monteren

Houd het volgende aan bij het monteren van de condensafvoerpomp:
• Met geschikte middelen de vochtbescherming waarborgen.
• Condensafvoerpomp horizontaal in de buurt van het toestel opstellen.
• De condensafvoerpomp zodanig positioneren, dat deze voor onder-
houd en controle goed toegankelijk is.
• Voor de ondergrond, waarop de condensafvoerpomp wordt opge-
steld, geschikte pluggen gebruiken.
Eventueel de meegeleverde pluggen vervangen.
• Draagkracht van de ondergrond controleren.
• Houd de maximale opvoerhoogte van 4,5 m aan (
• Installeer de slang onder het goede afschot van 1 % (
B Condensafvoerpomp vasthouden en met een waterpas uitrichten.
B Positie van de pluggen op de muur aantekenen.
Afb. 5 Condensafvoerpomp uitrichten
B Gaten voor pluggen boren.
B Pluggen in de gaten steken.
B Schroeven half in de pluggen schroeven.
B Borging [1] verwijderen.
Afb. 6 Borging verwijderen
[1] Borging
B Condensafvoerpomp in de schroeven hangen.
B Schroeven vastschroeven.
3.2

Condensafvoerpomp aansluiten

OPMERKING: Beschadiging van de condensafvoer-
pomp door ondeskundig gebruik!
B Behuizing niet als opstapje gebruiken.
B Om schade aan het aansluitschroefdraad te voorko-
men, slangen niet belasten.
CP1 – 6 720 645 612 (2012/10)
afb. 3 en afb. 10).
afb. 10).
6 720 645 612-07.2ITL
1
6 720 645 612-12.1ITL
OPMERKING: Schade aan de installatie door corrosie!
B Plaatselijke condensleidingen en verbindingsstukken
uitvoeren in kunststof of RVS (bijv. van de rookgasaf-
voerbuis naar de verwarmingsketel of de neugralisa-
tie-eenheid).
B Toevoerslang [2] op de condensafvoer van het toestel monteren.
B Toevoerslang [2] op condensaansluiting [1] van de condensafvoer-
pomp [3] monteren.
2
1
Afb. 7 Toevoerslang monteren
[1] Condensaansluiting
[2] Toevoerslang Ø 28 mm (niet meegeleverd)
[3] Condensaatpomp
OPMERKING: Schade aan de installatie!
B Voor de condensafvoer moet de slang worden ge-
bruikt, die is meegeleverd.
B Monteer de afvoerslang [3] op de condensafvoer [1] van de condens-
afvoerpomp.
B Gebruik een adapter bij verschillende slangdiameters (
B Breng een verdraaiborging [4] aan en borg de slang met de slangklem
[2].
3
2
1
1.
Afb. 8 Afvoerslang monteren
[1] Condensaatafvoer
[2] Klem voor slang
[3] Afvoerslang Ø 10 mm
[4] Verdraaiborging
Installatie
3
6 720 645 612-11.2ITL
afb. 9).
3.
2.
6 720 645 612-13.1ITL
4
47