Externe Storingsweergave Aansluiten - Bosch CP1 Instrucciones De Instalación

Installatie
3
2
1
4
5
Afb. 9 Monteer de afvoerslang met adapter
[1] Afvoerslang 10 mm
[2] Klem voor slang
[3] Condensaatafvoer
[4] Afvoerslang 8 mm
[5] Adapter 10/8 mm
[6] Verdraaiborging
Houd het volgende aan bij het installeren van de afvoerslang:
• Houd afb. 3, afb. 8, afb. 9 en afb. 10 aan.
• Afvoerslang zo verticaal mogelijk installeren.
• Voorkom knikken van de slang.
• Bij de overgang van de slang naar de horizontaal een boog vormen.
• De slang heeft een binnendiameter van 10 mm. In het horizontale ge-
deelte kan de slang met een conische verloopbuis voor grotere afvoer-
buizen worden aangepast.
48
B Afvoerslang naar afvoer installeren.
max 4,5m
4m
3m
2m
1m
Afb. 10 Montage afvoerslang
3.3
6
6 720 645 612-14.1ITL
In geval van een abnormaal hoge waterstand is de condensafvoerpomp
uitgerust met een herkenningssysteem. Het herkenningssysteem kan
een storingsweergave activeren (akoestisch of visueel van 1,5 V tot
230 V en maximaal 0,5 A).
De schakelaar van het storingsweergavesysteem is voorzien van poten-
tiaalvrije contacten en heeft in normale bedrijfstoestand de volgende
schakeltoestand:
• Aansluiting bruine ader [1] = ingangsspanning
• Aansluiting zwarte ader [2] = gesloten t.o.v. aansluiting bruine ader
(spanning actief)
• Aansluiting blauwe ader [3] = open (geen spanning)
Voorbeeld storingsweergave
Gebruik de aansluitingen voor het activeren van een storingsweergave.
De maximale stroom voor het storingsweergavesysteem mag niet hoger
worden dan 0,5 A.
B Bruine ader [1] aansluiten op een stroombron.
B Blauwe ader [3] op een lichtsignaal of audiosignaal aansluiten.
1 %
1 %
1 %
1 %
1 %
1 %
OK

Externe storingsweergave aansluiten

GEVAAR: Levensgevaar door elektrische stroom!
De condensafvoerpomp mag niet worden geopend wan-
neer deze met het net is verbonden.
B Alle elektrotechnische werkzaamheden moeten door
een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
B Voor de elektrotechnische werkzaamheden: alle voor
de aansluiting noodzakelijke apparaten over alle po-
len spanningsloos schakelen en borgen tegen onbe-
doeld herinschakelen.
Het verdient aanbeveling, de signaalkabel van het sto-
ringsweergavesysteem aan te sluiten. Daardoor kan het
apparaat worden afgeschakeld of een storingsweergave
worden geactiveerd, wanneer de neutralisatie-unit
dreigt over te stromen.
6 720 645 612-06.1SL
CP1 – 6 720 645 612 (2012/10)