NL
Bediening
Het IR-oog detecteert wanneer de deur open of gesloten is. Er is een thermostaat gemonteerd
in de luchtinlaat en verwarming/geen verwarming wordt met een drukknop op het
bedieningspaneel van de unit geactiveerd. Alarm wordt met een rode LED weergegeven.
Afstelling
Op de AR300 is een IR-oog gemonteerd. Er
wordt ook een stuk reflectortape geleverd. De
reflectortape is op de deur bevestigd, zodat
LED 1 (1) brandt wanneer de deur gesloten
is. De deursensor (6) kan omhoog/omlaag
worden gericht om de tape te "zien", zie
figuur 4 op pagina 4.
Testmodus
Er is een testmodus om te controleren of alles
functioneert.
1. Druk op de knop (5) en houd deze
ingedrukt totdat alle LEDs branden. Dit
betekent dat de testmodus is geactiveerd.
De unit wordt op lage snelheid gestart.
2. Druk kort op de knop (5). De unit gaat over
op een hoge snelheid.
3. Druk nogmaals op de knop (5). De unit
draait respectievelijk op hoge snelheid
en halve output (AR300E) wanneer de
thermische motor het ventiel opent
(AR300W).
4. Druk nogmaals op de knop. De unit gaat
over op hoge snelheid op vol vermogen.
(AR300E).
5. Druk voor de laatste keer op de knop (5).
De test is afgerond.
Modus verwarming/geen verwarming
U heeft de mogelijkheid om te kiezen tussen
de modus verwarming en de modus geen
verwarming (verwarming wordt geblokkeerd)
met behulp van knop (5). LED 2 (2) brandt
wanneer de modus verwarming is geactiveerd.
Functie – geopende deur
De thermostaat wordt op de gewenste
kamertemperatuur ingesteld met behulp van
de thermostaatknop binnenin de unit. De
gewenste hoge snelheid wordt ingesteld met
behulp van de snelheidkeuzeschakelaar.
De ventilator draait op hoge snelheid en
de verwarming op vol vermogen wanneer
de temperatuur lager is dan de gewenste
AR 300 E/W
+2 graden. Wanneer de temperatuur hoger
is dan de gewenste waarde van +2 graden
draait de ventilator op hoge snelheid en is de
verwarming uitgeschakeld.
Wanneer de deur wordt gesloten, blijft
de unit nog 60 seconden op hoge snelheid
draaien en nog eens 60 seconden op lage
snelheid alvorens deze wordt uitgeschakeld.
Functie – gesloten deur
De thermostaat wordt op de gewenste
kamertemperatuur ingesteld met behulp van
de thermostaatknop binnenin de unit.
Wanneer de temperatuur onder de gewenste
temperatuur komt, start de ventilator op lage
snelheid en de verwarming op half vermogen.
Wanneer de temperatuur 2 graden onder
de gewenste temperatuur komt, start de
ventilator op hoge snelheid en de verwarming
op vol vermogen.
Alarm
Er is een potentieel-vrij wisselcontact
(normaalgesproken open) voor alarmindicatie
LED 3 brandt als er alarm (3) is.
Alarm wordt aangegeven wanneer:
1. De unit om verwarming vraagt, maar het
verschil tussen uitlaattemperatuur en
kamertemperatuur minder dan 5 graden is
na 90 seconden.
2. De verwarming is uitgeschakeld, maar
het verschil tussen uitlaattemperatuur en
kamertemperatuur meer dan 5 graden is na
90 seconden.
3. De interne temperatuur binnen de unit
meer dan 50 °C bedraagt.
Controleer de motoren en of de luchttoevoer
voldoende is (rooster niet geblokkeerd). Stop
het alarm door de voeding van de unit te
ontkoppelen.