Contatto per informazioni
www.utcfireandsecurity.com o www.interlogix.com.
Assistenza clienti: www.utcfssecurityproducts.eu
NL: Installatie instructies
Beschrijving
De EV660 serie PIR 360° plafond detectoren zijn inclusief de
modellen EV669 met NC verbreek contact en de EV669 met
een wissel kontact.
Positionering van de detector
Plaats de detector zo dat de verwachte bewegingsrichting van
een indringer dwars op het detectieveld loopt. Dit is de richting
die het beste gedetecteerd wordt door PIR detectoren. Zie
figuur 7.
Vermijd mogelijke bronnen van ongewenst alarm, zoals:
•
Direct zonlicht op de detector
•
Warmte-/koudebronnen in een detectieveld
(airconditioning, verwarmingstoestellen, radiatoren enz.).
•
Bewegende voorwerpen in het detectieveld (ventilatoren,
huisdieren enz.)
•
Het kijkveld van de detector afschermen met grote
objecten, zoals meubels
Als de detector hoger dan de aangegeven voorgeschreven
hoogte (2,5 tot 5,0 m) wordt geplaatst zal dit de gevoeligheid
verminderen.
Opmerking:
De pijl (fig. 2, item 4, en fig. 7) geeft de richting
van het centrale gordijn en de actieve richting wanneer
schakelaar 4 "ON" ("AAN") staat aan.
Montage instructies
Zie figuur 2.
1.
Verwijder de montageplaat (item 1) zoals aangegeven.
2.
Bevestig de montageplaat op de gewenste positie aan het
plafond via de montagegaten (item 3).
Voorgeschreven montagehoogte: min. 2,5 m —
3.
max. 5,0 m.
Het detectiepatroon kan worden versteld met ±15° (max.
4.
30°) door de montageplaat te draaien alvorens de
schroeven aan te draaien.
5.
Strip de kabel over een lengte van 5 cm en voer de kabel
door het invoergat (item 5) en de trekontlasting.
6.
Sluit de draad aan op de detector en kies de gewenste
programmeeropties zoals aangegeven in fig. 3 en zet de
sensormodule (figuur 2, item 8) terug.
7.
Om de sensormodule op de montageplaat te monteren
maakt u gebruik van de schroef (items 6 en 7) die in de
montageplaat te vinden is.
De gordijn richtingen 1–9 klok-gewijs rond (item 2), zijn in de
montageplaat aangegeven (gordijn no. 5 is de midden-gordijn).
P/N 143197999-4 • REV H • ISS 05MAR19
Instelling DIP-switch
Schakelaar 1: Programmering van de stuurspanning (CV)
"ON": Logica geïnverteerd, 0 Volt voedingsspanning is vereist
om de LOOPTEST- en LATCH-functies vrij te geven.
"OFF": Standaard logica, 12 Volt voedingsspanning is vereist
om de LOOPTEST- en LATCH-functies vrij te geven
(fabrieksinstelling).
Schakelaar 2: Programmering van de LED
"ON": de LED kan permanent geactiveerd worden
(fabrieksinstelling).
"OFF": LED besturing via de LOOPTEST- en LATCH-ingang.
Schakelaar 3: Programmering van de gevoeligheid:
"ON": zorgt voor detectie analyse via Bi-curtain, bestemd voor
problematische omgevingen (fabrieksinstelling).
Opmerking:
De Bi-curtain mode wordt gebruikt om de kans op
vals alarm situaties te verminderen. In deze mode moet een
indringer door twee gordijnen gedetecteerd worden om een
alarm te veroorzaken.
"OFF": zorgt voor de standaard 4D verwerking.
Schakelaar 4: Programmering van het detectiepatroon:
"ON": zorgt voor een 180°-detectiepatroon voor speciale
toepassingen.
"OFF" : zorgt voor het normale 360°-detectiepatroon van
(fabrieksinstelling).
Alarmgeheugen
Let op:
Allereerst dient de polariteitsaansturing ("CV") van het
alarmgeheugen via schakelaar 1 ingesteld te worden (zie
fig. 3). Bijvoorbeeld: schakelaar 1 = "ON", dan "CV" = 0 Volt =
"Low".
Sluit "CV" aan op aansluitklem 9 van de detector als het
systeem ingeschakeld is. Verwijder de "CV" als het systeem
uitgeschakeld wordt. In geval van alarm tijdens ingeschakelde
toestand, gaat de LED knipperen op de detector of detec-toren
die in alarm zijn gegaan. Door de "CV" weer aan te sluiten (d.i.
het systeem inschakelen) reset u de LED indicatie in het
geheugen.
In- en uitschakelen LED van op afstand
Om de detector uit te lopen moet de "CV" naar aansluitklem 9
niet aangesloten zijn (systeem uitgeschakeld). Sluit de "CV"
aan op aansluitklem 10. De detector LED zal nu oplichten en
uitgaan tegelijk met het openen of sluiten van het alarmrelais.
Dit maakt de looptest mogelijk.
Let op
•
Het inschakelen van de looptest zal het alarmgeheugen
niet resetten. Wanneer u het systeem heeft uitgeschakeld
na een alarm, kunt u de looptest inschakelen. Als u de
looptest uitschakelt, zullen de alarmindicaties die in het
geheugen opgeslagen zijn weer oplichten. Alleen door
"CV" aan te sluiten op aansluitklem 9 (d.i. het systeem
weer inschakelen) reset u de LEDs en het geheugen.
13 / 17