Nl: Installatie-Instructies; Richtlijnen Voor De Installatie; De Detector Installeren; De Detector Instellen - Interlogix DD66 Serie Instrucciones De Instalación

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 11
Per l'assistenza clienti, vedere www.utcfssecurityproducts.it

NL: Installatie-instructies

Inleiding
De DD66X/AM-reeks bestaat uit Dual/Dual-AM
bewegingsdetectoren. Ze bevatten de gepatenteerde Range
Controlled Radar-technologie.

Richtlijnen voor de installatie

De detector kan op een plafond worden gemonteerd. Volg de
volgende richtlijnen voor het bepalen van de beste locatie voor
installatie van de detector:
Installeer de detector zodanig dat de verwachte
bewegingsrichting van een indringer dwars over het
detectiepatroon verloopt (figuur 4 en 5).
Bevestig de detector op een stabiel oppervlak op een
hoogte tussen 2,5 m en 5,0 m.
Plaats de detector niet binnen 0,5 m van metalen
voorwerpen of binnen 1,5 m van TL-verlichting.
Plaats geen voorwerpen voor de detector die het zicht
kunnen verhinderen (figuur 1).
Plaats detectoren op ten minste 6 m van elkaar en gebruik
de korte-bereikinstelling (schakelaar 3 uit) om storing te
voorkomen.
De dual-technologie van deze detector voorkomt het risico van
loze alarmen. Vermijd niettemin alle mogelijke oorzaken van
valse alarmen, zoals:
PIR-gevaren (figuur 1)
Rechtstreeks zonlicht op de detector
Hittebronnen in het detectieveld
Veel tocht bij de detector
Dieren in het detectieveld
Het kijkveld van de detector afschermen met grote
objecten, zoals meubels
Microgolf-gevaren
Montageplaats is gevoelig voor trillingen
Metalen oppervlakken die de radargolven reflecteren
Beweging van water door plastic buizen in het detectieveld
of direct achter de detector
Bewegende of trillende voorwerpen, zoals ventilatoren,
verwarmingen of airconditioners
UTC Fire & Security adviseert om regelmatig een looptest van
de detector uit te voeren en het resultaat op het controlepaneel
te verifiëren.

De detector installeren

1.
Verwijder de bevestigingsplaat (zie figuur 2, item 1).
2.
Maak gebruik van de montagegaten om de
bevestigingsplaat in de juiste positie op het plafond te
monteren. Gespecificeerde montagehoogte: min. 2,5 m —
max. 5,0 m. Zie figuur 2, item 2. Gespecificeerde schroef:
DIN 7996, 4 mm.
3.
U kunt het detectiepatroon maximaal ±15° (max. 30°)
aanpassen door de bevestigingsplaat rond te draaien
voordat u de schroeven vastdraait.
22 / 34
4.
Bedraad de detector (zie figuur 2, 3, 6).
De gevoeligheid neemt af wanneer de detector buiten de
opgegeven montagehoogte (2,5 tot 5,0 m) geplaatst
wordt. Het korte bereik kan liggen tussen 12 en 14 meter
en het groot bereik kan liggen tussen 20 en 22 meter
afhankelijk van de montagehoogte.
Opmerking:
De pijl (figuur 2, item 4) geeft de richting van
het middelste gordijn en de actieve richting aan wanneer
schakelaar 4 is "UITGESCHAKELD".
5.
Selecteer de gewenste instellingen voor de jumper en de
DIP-schakelaars (zie figuur 7). Zie het gedeelte "De
detector instellen" voor meer informatie.
6.
Gebruik voor het installeren van de detectormodule op de
bevestigingsplaat de schroeven die voor het transport in
de bevestigingsplaat zijn geplaatst (zie figuur 2, item 5).
De gordijnvelden 1—9 worden op de bevestigingsplaat
aangeduid (zie figuur 2, item 6) (Gordijn 5 is het middelste
gordijn).
De detectiepatronen selecteren
Als u toegang tot de spiegel wilt, draai dan de schroeven los
(figuur 2, item 7) en open de detectorbehuizing (figuur 2,
item 8). Maskeer de juiste spiegelsegmenten met de
meegeleverde plaklabels en monteer de detectorbehuizing
opnieuw. Bijvoorbeeld: zie figuur 8 voor het spiegelsegment
dat overeenkomt met gordijn 4 en 8 gemaskeerd.

De detector instellen

Zie figuur 7 voor informatie over de jumperposities in de
detector.
J1: Instellen LEDs
AAN: Beide LED's op de detector blijven altijd ingeschakeld.
UIT: Beide LED's op de detector altijd uit.
Verwijderd: Beide LED's worden aangestuurd door de ingang
Looptest en In/uitschakelen en activeert de geheugen functie
in de detector. In de volgende situatie is de radar
uitgeschakeld voor de DD66X detectors en in antimaskering
modus voor de DD66XAM detectors: als het systeem
uitgeschakeld is en de Looptest ingang niet actief is. In deze
situatie werkt de detector als een PIR alleen.
J2 Dubbele lus
Hiermee stelt u het alarm en sabotage in als twee weerstand
applicatie. Hierdoor kunt u de detector aansluiten op alle
inbraak panelen (zie figuur 3 en 6).
SW 1: Polariteit van controlespanning (CV) instellen
AAN: "Actieve hoge" biedt de standaard UTC Fire & Security-
logica met "Actieve hoge"-logica om de ingangen Looptest
(W/T) en Dag/nacht (D/N) en remote test in te schakelen
(fabrieks instelling).
UIT: "Actieve lage" biedt "Actieve lage"-logica om de ingangen
Looptest en Dag/nacht en remote test in te schakelen.
SW 2: Ongebruikt
SW 3: Detectorbereik
U kunt het radarbereik selecteren tussen 20 ±0,5 m
en 12 ±0,5 m.
Opmerking:
Alleen het radarbereik wordt verminderd, niet het
PIR-gedeelte.
P/N 146249999-5 (ML) • REV E • ISS 13JAN17

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Dd669Dd666-dDd669amDd666am-d

Tabla de contenido