NL
ceert een grotere kracht.
•
De werking met zes hakmessen bete-
kent een grotere werkbreedte.
Gebruiktips
Houd het apparaat tijdens het
werken altijd stevig vast met bei-
de handen en let op uw voeten.
Er bestaat gevaar voor ongeluk-
ken door de hakmessen.
Let op bij het achteruitgaan. U
kunt struikelen!
Raak de aandrijving (zie
niet aan – deze kan na een lange
werkingsduur erg warm worden.
Er bestaat verbrandingsgevaar!
Om schade aan het apparaat
te voorkomen:
• Til het apparaat nooit op en trek
niet aan het apparaat terwijl de
motor draait.
• Gebruik voor het transport de
transportpositie (zie "Werkposi-
tie/transportpositie").
• Til het apparaat op boven de
trap om het te transporteren.
Schakel het apparaat na het ge-
bruik en voor het transport uit, trek
de stekker uit het stopcontact en
wacht tot de hakmessen tot stil-
stand gekomen zijn.
• Duw het apparaat in staptempo
en in zo recht mogelijke banen
door de bodem.
• Werk altijd van het stopcontact
weg. Zorg ervoor, dat de kabel
niet in het arbeidsbereik komt.
• Leid het verlengsnoer altijd ach-
ter u en breng het na het keren
op de reeds behandelde plaats.
52
• Overbelastingsbeveiliging: bij
Reiniging/onderhoud/
opbergen
Opgelet! Laat werkzaamheden die
niet in deze gebruiksaanwijzing
beschreven worden door ons ser-
vicecenter uitvoeren. Gebruik enkel
21)
originele vervangonderdelen.
Schakel voor alle onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden het ap-
paraat uit, trek de stekker uit het
stopcontact en wacht tot de hak-
messen tot stilstand gekomen zijn.
Voer de volgende onderhouds- en reini-
gingswerkzaamheden regelmatig uit. Daar-
door blijft het apparaat lang en betrouw-
baar functioneren.
Algemene reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden
• Spuit het apparaat niet met
• Controleer het apparaat voor
• Controleer de afdekkingen en
overbelasting schakelt de motor
automatisch uit. Het apparaat is
pas na volledige afkoeling weer
bedrijfsklaar.
water af (zeker niet met een ho-
gedrukreiniger) en reinig het niet
onder stromend water.
ieder gebruik op zichtbare ge-
breken zoals losse, versleten of
beschadigde onderdelen. Con-
troleer of alle moeren, bouten en
schroeven goed vastzitten.
beveiligingsinrichtingen op be-
schadigingen en juiste zitting.
Vervang indien nodig.