STEINEL SensorLight L 30x S Manual Del Usuario página 20

Functies , ,
Nadat de wandhouder gemonteerd en de netaanslui-
ting uitgevoerd is, kan de sensorlamp in gebruik wor-
den genomen. Op de afneembare sensoreenheid zijn
knoppen aangebracht voor de tijds-, schemer- en
programmainstelling. Na het indrukken van de blokke-
Uitschakelvertraging
(tijdsinstelling)
(instelling af fabriek: 5 sec.)
Schemerinstelling
(drempelwaarde)
(instelling af fabriek:
daglichtstand 2000 lux)
Programmainstelling
(instelling af fabriek:
programma 1)
* Opmerking bij comfort-spaarprogramma
gloeilamp :
3
In de sensorlamp is geen klok geïntegreerd, het midden
van de nacht wordt alleen bepaald door de lengte van
de donkere fases. Het is daarom voor een goed func-
tioneren belangrijk, dat de sensorlamp gedurende
deze tijd continu van stroom wordt voorzien. Gedu-
rende de eerste nacht (inmeetfase) is de basislicht-
sterkte compleet actief. De waardes worden zo opge-
slagen dat ze beveiligd zijn tegen stroomuitval.
Wat is soft-lightstart?
De sensorlamp is uitgerust met een soft-lightstart-
functie. Dat betekent, dat het licht bij inschakeling
niet meteen naar het maximale vermogen gaat, maar
dat de lichtsterkte binnen een seconde langzaam
Wat is basislichtsterkte?
Basislichtsterkte maakt een permanente verlichting
's nachts met ca. 25 % lichtvermogen mogelijk. Pas bij
een beweging in het registratiebereik wordt het licht
(voor de ingestelde duur, zie uitschakelvertraging
ring
eenheid voor een eenvoudige instelling worden afge-
nomen. Daarbij schakelt de lamp automatisch over op
permanente verlichting.
Traploos instelbare brandduur van 5 sec. tot 15 min.
Instelregelaar op – = kortste tijd (5 sec.)
Instelregelaar op + = langste tijd (15 min.)
Wij adviseren om bij de instelling van het registratie-
5 sec. – 15 min.
bereik de kortste tijd – te kiezen.
Traploos instelbare drempelwaarde van de sensor van
2 – 2000 lux.
Instelregelaar op
ca. 2000 lux.
Instelregelaar op
2 – 2000 lux
Bij de instelling van het registratiebereik bij daglicht
moet de instelregelaar op
gezet.
Standaardprogramma gloeilamp:
1
soft-lightstartfunctie / geen basislichtsterkte
Comfortprogramma gloeilamp:
2
soft-lightstartfunctie + basislichtsterkte
Comfort-spaarprogramma gloeilamp:
3
soft-lightstartfunctie + basislichtsterkte
tot midden van de nacht *
Spaarlampen-programma:
4
geen soft-lightstartfunctie / geen basislichtsterkte
Wij adviseren om de stroom in programma
onderbreken. De waardes worden gedurende meerde-
re nachten bepaald, daarom moet bij eventuele storin-
gen gedurende enkele nachten worden gecontroleerd
of de uitschakeltijd van de sensorlamp in de richting
van middernacht verandert.
wordt verhoogd naar 100 %. Volgens dit principe
wordt het licht bij het uitschakelen ook weer langzaam
gedimd.
op het maximale lichtvermogen (100 %) ingescha-
keld. Daarna schakelt de lamp weer over op basis-
lichtsterkte (ca. 25 %).
)
- 20 -
met een sleufschroevendraaier kan de sensor-
gezet = daglichtstand
gezet = schemerstand ca. 2 lux.
(daglichtstand) worden
niet te
3