G
P
P
1/2/3
NL
IORDANI
EGAsus
Lus
KEN UW AUTOSTOELTJE
1.
Dit autostoeltje mag alleen naar voren
gericht worden geïnstalleerd. Dit auto-
stoeltje is geclassificeerd als:
- Groep I voor kinderen met een ge-
wicht tussen de 9 en 18 kg (vanaf 9
maanden tot ongeveer 4 jaar)
- Groep II voor kinderen met een ge-
wicht tussen de 15 en 25 kg (vanaf 3
tot ongeveer 6 jaar)
- Groep III voor kinderen met een ge-
wicht tussen de 22 en 36 kg (vanaf 5
tot ongeveer 12 jaar)
GEBRuIK IN DE AuTO
2.
Het autostoeltje voor kinderen kan uit-
sluitend met de diagonale gordel op
vooruit gerichte stand worden geïn-
stalleerd.
Gebruik dit autostoeltje voor kinde-
ren niet op de passagiersstoel met
airbag.
Niet geschikt voor gebruik in auto's
met opblaasbare autogordels.
Wettelijke vereisten:
dit autostoeltje
is goedgekeurd volgens het reglement
ECE R44/04 en is UITSLUITEND ge-
schikt voor gebruik met een driepunts-
gordel en diagonale gordel die volgens
de norm VN/ECE nr. 16 of andere
gelijkwaardige veiligheidsnormen is
goedgekeurd.
Belangrijke opmerkingen:
in geval van
nood kan uw kind snel uit de autogor-
dels worden losgemaakt, door op de
rode knop op de gesp van het tuigje
te drukken. Bewaar deze handleiding
op een veilige plek waar hij gemakkelijk
kan worden gevonden. Wanneer het
autostoeltje niet wordt gebruikt is het
raadzaam dat hij met een veiligheids-
AUTOSTOELTJE
(VANAF 9 MAANDEN TOT ONGEVEER 11 JAAR)
gordel in de auto wordt vastgezet om te
voorkomen dat hij bij een ongeluk komt
te vallen. Wanneer u met passagiers op
zowel de voorzitting als de achterbank
reist, moeten de lichtste passagiers op
de achterbank zitten en de zwaarste op
de voorzitting van het voertuig. Wan-
neer een kind op een voorzitting zit,
moet de lichtste passagier achter het
kind zitten. Kijk uit dat het autostoel-
tje niet in aanraking komt met bijtende
middelen, zoals bijv. accuzuur.
HET KIND VAsTZETTEN
3. Doe het tuigje om
Plaats het rechterkoppelstuk van het
tuigje achter het linker. Op die manier
zouden ze goed in elkaar moeten
klemmen (3/
). Duw de uiteinden van
A
het tuigje in de opening van de gesp
aan de bovenkant van het tussenbeen-
stuk (3/
). U hoort een "KLIK" wanneer
B
hij vastzit. Controleer dit door te probe-
ren de koppelstukken te verwijderen
door aan het gedeelte boven en onder
de gesp te trekken. Controleer regel-
matig of het kind de gesp niet heeft
losgemaakt (om het tuigje los te ma-
ken, drukt u op de rode knop) (3/
4. Het tuigje vaster en losser maken
Trek voorzichtig aan de regelaar van
het tuigje wanneer het te ruim is (4/
Als het tuigje te ruim is, is het gevaar-
lijk. Het moet daarom altijd worden ge-
controleerd wanneer u het autostoeltje
gebruikt. Het wordt aanbevolen vol-
doende ruimte vrij te laten om twee
vingers tussen de schoudergordels
en de borst van het kind te kunnen
doen (4/
). Wanneer het tuigje te strak
B
zit, maakt u het eerst wat losser door
44
op het lipje aan de voorkant van het
stoeltje te drukken en vervolgens aan
beide gordels te trekken, zoals wordt
getoond. Trek niet aan de bekleding
van de schoudergordels, omdat hun
lengte vast is (4/
).
C
5. De hoogte van de schouders afstellen
Het tuigje kan op drie hoogtes wor-
den versteld. De riemen moeten in
de gleuven worden gedaan die het
dichtst bij de bovenkant van de schou-
ders van het kind zitten. Als de schou-
ders van het kind zich tussen twee
stellen openingen in bevinden, kies
dan voor de hoogste stand. Maak de
schoudergordels los door op de hier-
voor bestemde knop te drukken en de
schoudergordels zoveel mogelijk uit
te trekken.
Opmerking!
de bekleding van de gordels (5/
de schoudergordels van het tuigje af
te stellen, verwijdert u één van de gor-
dels uit de metalen vergrendeling, die
zich aan de achterkant van de zitting
bevinden. Laat de andere als referen-
tiepunt op zijn plaats zitten (5/
de schoudergordels door de, voor het
tuigje bestemde, gleuf in de kuip en
de bekleding en haal ze vervolgens
door de schouderbekleding (5/
).
de bekleding van de schoudergordel
C
opnieuw door de, voor het tuigje be-
stemde, gleuf in de bekleding en de
).
kuip en doe hem in de, voor het tuigje
A
bestemde, gewenste gleuf (5/
de schoudergordel opnieuw door de
bekleding van de schoudergordel en
vervolgens door dezelfde gleuf. Maak
hem dan weer aan de metalen ver-
grendeling aan de achterkant vast
(5/
). Herhaal dezelfde procedure bij
E
de schoudergordel en de bekleding
aan de andere kant. Controleer of de
riemen nergens dubbelgevouwen of
verdraaid zitten (5/
6. De hoogte van de hoofdsteun afstel-
len
De verstelbare hoofdsteun is ontwik-
keld om uw kind bescherming te bie-
den bij zijdelingse botsingen (wanneer
het autostoeltje met de rugleuning
wordt gebruikt). Om de hoogte af te
stellen, draait u de rode vergrendel-
knop boven aan de achterkant van
de kuip los. Verplaats hem omhoog
en omlaag tot u de gewenste stand
vindt en draai het rode vergrendelme-
chanisme weer aan. Controleer of de
hoofdsteun zich niet beweegt (6/
De hoofdsteun moet zich net boven de
schouders van het kind bevinden (6/
Trek
niet
aan
De hoofdsteun kan worden verwijderd
). Om
om de bekleding te wassen. Zie het ge-
A
deelte Zorg en onderhoud.
7. De stand van de gesp afstellen
De gesp moet naar de externe stand
worden verplaatst als de interne niet
geschikt is voor het kind. Voordat u
). Trek
hem verplaatst, verwijdert u de meta-
B
len clip van de riem (7/
de clip na de verplaatsing weer aan te
brengen (7/
).
B
). Trek
C
HET AuTOsTOELTJE
IN DE AuTO INsTALLEREN
8. Het autostoeltje voor kinderen tot 13
kg in de auto installeren
Zet het autostoeltje op een passagiers-
). Haal
D
zitting met driepuntsgordel. Verzeker
u ervan dat het autostoeltje naar de
voorkant van het voertuig is gedraaid.
Trek de buik- en diagonale gordels van
het autostoeltje helemaal uit. Leid de
gordel rondom het zijpaneel van de au-
tozitting en let er goed op dat de buik-
gordel onder de armleuning van de
45
).
F
).
A
).
B
); denk eraan
A