NL
sen. De gemorste brandstof of de damp daar-
van kan vlam vatten. Als er brandstof gemorst
is, dient u zich ervan te vergewissen dat die
eerst opgenomen is voordat u de motor gaat
starten.
– Zorg ervoor dat uw huid niet te lang in con-
tact is met de brandstof en dat u de damp
ervan niet inademt.
– Houd de brandstof ver buiten het bereik van
kinderen.
HET STARTEN
Voordat u de motor gaat starten dient u te contro-
leren dat er in een kring rondom de machine geen
mensen, dieren of zaken zijn, waarvoor dat gevaar-
lijk zou kunnen zijn.
LET OP!
Om te voorkomen dat het gashendel
per ongeluk bewogen wordt, is het gashendel voor-
zien van een beveiliging: als u niet op het veili-
gheidshendel die aan de andere zijde van de hand-
greep zit, drukt, kan het gashendel niet bewogen
worden. Voordat u de machine gaat starten, dient
u zich er altijd van te vergewissen dat het veili-
gheidshendel goed werkt.
Start de motor op een vlakke en stabiele onder-
grond.
– Zet de rode schakelaar op de voorzijde van het
gashendel op de stand "START", d.w.z. tegeno-
ver "STOP" (afb. 12 A,B,C).
– Zet het luchthendel 'a' op afb.13 op stand
CLOSE (dicht), d.w.z. in de richting tegenover-
gesteld aan de motorzijde.
– Druk enkele malen op de plastic choke aan de
onderzijde van de carburateur, zodat er meer
benzine in de carburateur komt (afb. 14).
– Als de machine voorzien is van een decompres-
sor (D op afb.14), kunt u om gemakkelijker te
starten erop drukken. Bij de eerste tekenen dat
de motor gaat lopen sluit u de decompressor
door de knop naar buiten te laten terugkeren.
Als u de motor opnieuw moet starten, dient u er
weer op te drukken.
– Terwijl u met een hand de motor tegen de grond
gedrukt houdt, trekt u met de andere langzaam
aan het trekkoord totdat u een zekere weer-
stand voelt.
– Trek dan krachtig totdat de motor start (afb. 15).
– Als de motor de eerste tekenen van leven ver-
toont, of gaat lopen, dient u het luchthendel 'a'
op afb.13 weer op de stand tegenover CLOSE
te zetten.
84
All manuals and user guides at all-guides.com
Trek altijd hard aan het trekkoord.
Als u dat niet doet, kan er geen vonk ontstaan
waardoor de motor niet start.
Indien de motor niet start of het juiste toerental
bereikt, dient u het laatste hoofdstuk Opsporen van
storingen erop na te slaan.
VOORZORGSMAATREGELEN
Trek het trekkoord niet helemaal naar buiten.
Laat het trekkoord niet plotseling los, maar lang-
zaam om te voorkomen dat er schade aan de start-
groep ontstaat.
Zet uw voet of knie niet op de aandrijvingsbuis om
de machine vast te houden: de buis zou kunnen
buigen waardoor de machine onbruikbaar wordt.
LET OP!
Wanneer de motor begint te lopen,
gaat het trimelement onmiddellijk draaien.
Breng de machine op het minimum aantal toeren
en druk daarna op het gashendel.
Vergewis u ervan dat het trimelement ophoudt
te draaien wanneer de motor op het minimu-
maantaal toeren draait.
WARME START
De procedure voor een warme start is dezelfde als
die voor een koude start met die uitzondering dat
het niet nodig is het luchthendel op de stand
"CLOSE" te zetten.
HET STOPPEN VAN DE MOTOR
Laat de motor op het minimum aantal toeren lopen.
Zet de rode STOPschakelaar op de bovenkant van
het gashendel op de stand STOP.
AFSTELLING
VAN DE CARBURATEUR
De carburateur wordt door de fabrikant op alle
machines afgesteld.
De machines worden één voor één afgesteld.
Controleer of het luchtfilter schoon is en goed
gemonteerd is.
De afstellingsschroef met het woord "MIN" er op
(afb. 13) is zo afgesteld dat het trimelement niet
draait, als de motor op het minimum loopt. Als dit
niet het geval is, dient u de schroef tegen de wij-
zers van de klok in te draaien totdat het trimele-
ment bij het minimum aantal toeren, in korte tijd
ophoudt te draaien. Bij dit toerental moet de motor
regelmatig blijven draaien.
Als de carburateur nog verder afgesteld moet
worden, vkunt u zich het beste tot uw winkelier
of tot een officieel servicecentrum te wenden.