Houd uw handen altijd
buiten het bereik van alle
draaiende of bewegende
onderdelen.
5. GEVAAR!
GEVAAR!
Houd handen en voeten
ALTIJD uit de buurt van
de uitwerpkoker.
Afrukkingsgevaar –
Plaats NOOIT handen
of voeten onder
veiligheidsvoorzieningen
en of afschermingen.
6. GEVAAR!
RAAK GEEN onderdelen
aan die heet zijn door
de werking. Laat de
onderdelen ALTIJD
afkoelen.
7. GEVAAR!
Niet roken.
BELANGRIJK: Vul de olie
NIET te hoog bij.
Vul de brandstoftank tot
onder de onderkant van
de vulopening.
WAARSCHUWING: Te hoog
bijvullen kan ernstige schade aan
het verdampingssysteem
veroorzaken!
•
Vul de brandstoftank nooit terwijl
de motor draait, nog heet is na
gebruik of als de machine binnen
staat. Vul de brandstoftank nooit
te ver.
•
Draai de brandstofdop stevig aan
en verwijder gemorste brandstof.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
De volgende veiligheidsvoorschriften zijn
gebaseerd op de specificaties van ISO 5395
die golden op het moment van productie.
Training
Zorg dat u alle aanwijzingen in de
handleiding hebt gelezen en begrepen
en volg ze zorgvuldig op als u de machine
opstart.
Zorg dat er, vóór het gebruik, geen
omstanders en dieren in de buurt zijn. Stop
de machine als er iemand in de buurt komt.
Een incorrect gebruik van aangedreven
apparaten kan ernstig of fataal letsel van
de operator of omstanders veroorzaken.
Zorg dat u vertrouwd bent met:
• Het gebruik van alle bedieningselementen
• De functies van alle bedieningselementen
• Hoe te STOPPEN in een noodgeval
• De rem- en stuurkenmerken
• De draaicirkel en de benodigde ruimte
rond de machine
Indien de bestuurder of de monteur
de operatorhandleiding niet kan lezen,
is het de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om deze aan hen uit te leggen.
Train ALTIJD onervaren operators en eis dat
ze alle handleidingen en stickers lezen
en begrijpen.
Laat alleen volwassenen met
verantwoordelijkheidsgevoel de machine
bedienen. Zij moeten vertrouwd zijn met
de aanwijzingen.
Uitsluitend de operator is verantwoordelijk
en deze kan ongelukken of letsel aan
zichzelf en anderen of schade aan
eigendommen voorkomen.
NL - 6