POWERFUL SOLUTIONS. GLOBAL FORCE.
L2617
Rev. E
11/09
PROBLEMEN OPLOSSEN BIJ, EN HERSTELLEN VAN TORSIESLEUTELVENTIELEN
Tijdens het diagnosticeren van defecte ventielen is het mogelijk
dat bepaalde symptomen niet alleen in ventielen voorkomen,
maar dat dit vaak gemeenschappelijke symptomen zijn van
hydraulische apparaten. Voordat de klep wordt gerepareerd,
moet een ander VM32 ventiel (of een gelijkaardig handventiel) op
de pomp gemonteerd worden en dient er geverifi eerd te worden
dat het probleem niet bij de pomp ligt.
WAARSCHUWING: Koppel de voeding los alvorens
eender welke onderhouds- of herstelwerkzaamheden
aan te vatten. Tijdens de demontage en de hermontage
moeten de standaard veiligheidsprocedures worden gevolgd, om
de mogelijkheid op letsel tot een minimum te beperken.
PROBLEMEN OPLOSSEN
1.
Indien er geen druk wordt ontwikkeld, kan dit het resultaat
zijn van beschadigde verbindingsafdichtingen, of van
beschadigde componenten van drukontlastventielen (items
14, 29, 30, fi guren 3 en 4), of kan dit een indicatie zijn van
het feit dat de ventielgroep (item 1, fi guur 2) opnieuw dient
opgebouwd te worden. Dit soort problemen is gewoonlijk
een symptoom van verontreinigde hydraulische olie. Het
systeem moet worden afgetapt en opnieuw worden gevuld
met verse hydraulische olie van ENERPAC.
2.
Aanhoudende druklekken die verhoudingsgewijs erger
worden naarmate het drukbereik toeneemt, zijn meestal
het gevolg van lekke pakkingringen, of van beschadigde
schroefdraad zoals op NPTF-fi ttingen of -pluggen.
3.
Lekkage van de kogelzitting komt vaak onregelmatig
en periodiek voor, en wordt veroorzaakt door in de
stuurventielzitting vastgeraakte verontreinigende materialen.
Na verloop van tijd, bij het optreden van slijtage, moet de
ventielgroep (item 1, fi guur 2) worden vervangen.
4.
Waargenomen lekken op de buitenoppervlakken zijn een
indicatie dat de O-ringen (items 44, 45, figuur 1; item 13,
figuur 2; item 49, figuur 3; item 17, figuur 4) en de reserve-
ring (item 18, figuur 4) eventueel vervangen dienen te
worden.
DEMONTAGE CONTROLEVENTIEL
1.
Remove the four socket head cap screws (item 176, fi gure 1)
1. Verwijder de 4 inbus-kopschroeven (item 176, fi guur 1) die
het ventielgeheel op de pomp vastzetten. Indien aanwezig
dient de drukopnemer verwijderd te worden, teneinde bij de
schroeven te kunnen komen. Verwijder het ventielgeheel van
de pomp.
2.
Verwijder
de
retourslang
weergegeven).
3.
Verwijder de multipoort-opstelling (indien aanwezig –items
50-56 en 61-62, fi guur 1).
4.
Verwijder de kopschroeven (item 40, fi guur 1) en scheid
het lichaam (item 34, fi guur 1) van het verdeelstuk (item 33,
fi guur 1). Verwijder de O-ringen (items 44, 45, fi guur 1) en
inspecteer op mogelijke schade. Indien nodig, vervangen.
All manuals and user guides at all-guides.com
en
de
pakkingring
(niet
Herstel/Onderhoudsinstructies
VE42E, VE42Q, VE42EM, VE42QM, VE42A, VE42AM,
VA42A, VA42Q, VA42E, VA42AM, VA42QM, VA42EM
Torsiesleutelventielen
5.
Op
oudere
versies
drukontlastventiel langs de "B"-zijde, dient men de veer,
het kogeldeksel en de kogel (items 36-38, fi guur 1) van de
onderzijde van het lichaam (item 34, fi guur 1) te verwijderen.
Inspecteer alle onderdelen en vervang indien nodig. Verwijder
de zitting (item 35, fi guur 1) enkel indien zij versleten of
beschadigd is.
6.
Op
nieuwere
versies
drukontlastventiel langs de "B"-zijde, dient men de
dopmoer, de koperen pakkingen, en de borgmoer (items 70,
71, 76, fi guur 1) van de bovenzijde van het lichaam (item
34, fi guur 1) te verwijderen. Verwijder de stelschroef (item
75, fi guur 1), de veer, de geleiding, en de kogel (items 36-
38, fi guur 1). Inspecteer alle onderdelen en vervang indien
nodig. Verwijder de zitting (item 35, fi guur 1) enkel indien zij
versleten of beschadigd is.
7.
Verwijder en inspecteer de schotelventielen zoals beschreven
in het deel "Demontage van schotelventielen" van dit
document.
8.
Verwijder en inspecteer de drukontlastventielen zoals
beschreven in het deel "Demontage van drukontlastventielen"
van dit document.
DEMONTAGE SCHOTELVENTIEL
Herhaal de volgende stappen voor elk schotelventi:
1.
Verwijder de 4 inbus-kopschroeven (item 42, fi guur 1) en
verwijder de schotelventielmontage (item 41, fi guur 1).
2.
Inspecteer de 3 O-ringen (item 13, fi guur 2) op beschadigingen
zoals inkepingen, sneden of geëxtrudeerd materiaal. Indien
nodig, vervangen.
3.
Verwijder de stelschroef (item 9, fi guur 2), en de ventieldop
(item 3, fi guur 2).
4.
Enkel elektrische ventielen: Verwijder de solenoïdespoel
(item 6, fi guur 2).
Enkel luchtbediende ventielen: Demonteer en verwijder de
luchtactuatoropstelling (items 18-20 en 22-28, fi guur 2).
5.
Demonteer en inspecteer de ventielgroep (items 1A-1H,
fi guur 2).
6.
Inspecteer de O-ringen (item 1H, fi guur 2) en de Glyd-ringen
(item 1E, fi guur 2) op schade zoals inkepingen en sneden.
Indien nodig, vervangen.
Opmerking: De schotelventielgroep (item 1G, fi guur 2) is
een overeenstemmende submontage. Dit onderdeel is alleen
voorgemonteerd beschikbaar.
7.
Inspecteer de boring in de behuizing (item 2, fi guur 2) op
beschadigingen, zoals krassen, inkepingen of slijtage. Indien
nodig, vervangen.
DEMONTAGE DRUKONTLASTVENTIEL
1. Verwijder de zes inbus-kopschroeven (item 48, fi guur 1) en
20
zonder
het
extern
instelbare
met
het
extern
instelbare