2^
Koffer
2&
Blokkeerschroef
2*
Kruistafel
1. Algemeen / Standplaats
Voordat u de microscoop opzet, dient u een
passende standplaats te kiezen.
Allereerst moet u zich ervan verzekeren dat
uw microscoop op een stabiele and stevige
oppervlakte staat.
2. Elektrische LED belichting met dimmer
Controleer voor het gebruik eerst of de
keuzeschakelaar (Fig. 1, 21) op positie "off"
staat.
De
microscoop
is
voorzien
verlichtingseenheden. De verlichting kan
op 3 manieren gebruikt worden. Kies met
de keuzeschakelaar (Fig. 1, 21) "II" om
het object van boven (oplicht) of "I", om
het van beneden (doorlicht) te verlichten.
Met de instelling „III" kan het object van
boven
en
beneden
gelijktijdig
worden. De doorlichteenheid (Fig. 1, 10)
wordt voor heldere preparaten (preparaten
op een glasdrager) gebruikt. Om vaste,
ondoorzichtige objecten te bekijken, kiest U
de oplichteenheid (Fig. 1,20) Het gebruik van
beide verlichtingen gelijktijdig heeft enkel zin
bij halfdoorzichtige objecten. Deze werkwijze
42
is voor doorlichtobjecten op objectdragers
niet aan te raden, omdat er reflecties op de
objectdrager kunnen ontstaan.
Plaats voor ingebruikname de meegeleverde
batterijen in het batterijvakje in de onderzijde
(Afb. 1, 14). Verwijder eerst het batterijklepje
door licht te duwen op het sluitmechanisme.
Plaats de batterijen in de daarvoor bestemde
houders. Let op! Zorg ervoor dat + en - zijden
van de batterijen correct geplaatst zijn.
Daar uw toestel met een staploos regelbare
belichting (dimmer) uitgevoerd is, garanderen
wij
een
optimale
observatieobject.
3. Kleurenfilterschijf
van
2
De kleurenfilterschijf (Fig. 1, 19) beneden aan
de microscoop platform (Fig. 1, 8) helpt u bij
het bekijken van zeer heldere of doorzichtige
preparaten. Hiertoe kiest u, afhankelijk van
het observatieobject, de passende kleur
uit. Kleurloze/doorzichtige objecten (vb.
zetmeelkorrels, eencelligen) zijn zo beter in
verlicht
hun bestanddelen te herkennen.
4. Verwisselbare belichtingslenzen
Bij de belichting van de microscoop vindt u
twee lenzen-opzet-stukken (Fig. 2, 16+17).
Deze kunt u – afhankelijk van hetgeen, of de
manier waarop u iets bekijkt – op de LED-
verlichting (Fig. 1, 10) schroeven, zodat
u steeds van de beste beeldkwaliteit bent
verzekerd. De matlens (Fig. 1, 16) is al op de
belichtingseenheid gemonteerd. U wisselt
de opzetstukken eenvoudig door ze op en af
te schroeven. Draai hiertoe aan het bovenste
deel van de belichting (Fig. 1, 10).
Hier volgt een overzicht van wanneer u welk
lens-opzetstuk het best kunt gebruiken:
Matfilter-lens (Fig. 2, 16)
– vlakke lens van opaalglas – Gebruik bij
• Observaties met het PC-oculair (Fig. 2, 4)
belichting
van
het
• Observaties van extreem kleine objecten
met oculair (Fig. 2, 1+2) en Barlowlens
(Fig. 2, 3)
Condensorlens (Fig. 2, 17)
– gewelfde, reflecterende lens – Gebruik bij
• Observaties van normaal grote objecten
met oculair (Fig. 2, 1+2) en Barlowlens
(Fig. 2, 3)
5. Kruistafel aanbrengen
Uw microscoop wordt met een kruistafel
geleverd (in de koffer onder de CD). Deze
kan als volgt op de microscooptafel worden
aangebracht.
1. Plaats de kruistafel (afb. 4, 28) zodanig
op de microscooptafel (afb. 4, 8) dat de