Nederlands
Ingebruikneming na langere
periode van opslag
Door lange opslagtijden kunnen
minerale bezinksels in het water zich in
de pomp afzetten. Hierdoor loopt de
motor moeilijk of helemaal niet aan.
Het apparaat aansluiten op de
N
waterleiding en grondig
doorspoelen met leidingwater, de
netsteker hierbij niet in de
contactdoos steken
De netsteker in de contactdoos
N
steken
Het apparaat met geopend
N
spuitpistool inschakelen
178
Slijtage minimaliseren en
schade voorkomen
Het aanhouden van de voorschriften in
deze handleiding voorkomt overmatige
slijtage en schade aan het apparaat.
Gebruik, onderhoud en opslag van het
apparaat moeten net zo zorgvuldig
plaatsvinden als staat beschreven in de
handleiding.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk
voor alle schade die door het niet in acht
nemen van de veiligheids-, bedienings-
en onderhoudsaanwijzingen wordt
veroorzaakt. Dit geldt in het bijzonder
voor:
Niet door STIHL vrijgegeven
–
wijzigingen aan het product
Het gebruik van toebehoren dat niet
–
voor het apparaat is vrijgegeven,
niet geschikt of kwalitatief
minderwaardig is
Het niet volgens voorschrift
–
gebruikmaken van het apparaat
Gebruik van het apparaat bij
–
sportmanifestaties of wedstrijden
Vervolgschade door het blijven
–
gebruiken van het apparaat met
defecte onderdelen
Schade door bevriezing
–
Schade door verkeerde
–
netspanning
Schade door slechte watertoevoer
–
(bijv. diameter van de toevoerslang
te klein)
Onderhoudswerkzaamheden
Alle in het hoofdstuk "Onderhouds- en
reinigingsvoorschriften" vermelde
werkzaamheden moeten regelmatig
worden uitgevoerd. Voorzover deze
onderhoudswerkzaamheden niet door
de gebruiker zelf kunnen worden
uitgevoerd, moeten deze worden
overgelaten aan een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over Technische informaties.
Als deze werkzaamheden niet of
onvakkundig worden uitgevoerd kan er
schade ontstaan waarvoor de gebruiker
zelf verantwoordelijk is. Hiertoe behoren
onder andere:
Schade aan
–
apparatencomponenten ten
gevolge van niet-tijdig of slecht
uitgevoerde
onderhoudswerkzaamheden
Corrosie- en andere vervolgschade
–
ten gevolge van onjuiste opslag
schade aan het apparaat ten
–
gevolge van gebruik van kwalitatief
minderwaardige onderdelen
RE 108, RE 118, RE 128 PLUS