greepvlakken, wanneer tijdens werkzaamheden
het zaagblad verborgen bedrading of het eigen
netsnoer
kan
raken.
een draad onder spanning raken, kunnen
blootliggende metalen onderdelen van het
elektrische gereedschap onder spanning komen te
staan wat bij de gebruiker een elektrische schok kan
veroorzaken.
Gebruik klemmen of een andere praktische
methode om het werkstuk vast te zetten en te
ondersteunen op een stabiel platform. Het werkstuk
is instabiel wanneer u het met de hand vasthoudt
of tegen uw lichaam klemt, waardoor verlies van
controle kan ontstaan.
Houd omstanders uit de buurt van de werkplek.
Breng een afscherming of versperring aan op
minimaal 6 feet (2 meter) rondom het werkgebied.
Delen
van
gebroken
wegslingeren en letsel veroorzaken buiten het
directe werkgebied. Een afscherming of versperring
waarmee vrije ruimte rondom de werkplek wordt
gecreëerd, verkleint de kans op letsel.
Houd handen uit de buurt van de pendelzaagbladen.
Laat het zaagblad volledig tot stilstand komen
voordat u het zaagblad of het werkstuk aanraakt.
Hierdoor vermindert het risico om gegrepen te
worden door bewegende delen.
Gebruik altijd het steunapparaat dat bij het
gereedschap geleverd is. Zorg voor een goede
ondersteuning van het werkstuk. Zorg ervoor
dat het werkstuk op veilige wijze bevestigd is aan
een stabiel platform. Als u de controle verliest
over het gereedschap kan dit persoonlijk letsel
tot gevolg hebben.
Zaag alleen als er voldoende vrije ruimte is achter
het werkstuk om te zagen. Het gereedschap
kan terugslaan wanneer het zaagblad een
verborgen voorwerp raakt en kan het gereedschap
beschadigen, de hulpstukken beschadigen en/of
persoonlijk letsel veroorzaken.
Wees voorzichtig bij werkzaamheden boven het
hoofd. Houd vooraf al rekening met het traject van
vallend materiaal en afval.
Gebruik geen botte of beschadigde zaagbladen.
Gebogen
zaagbladen
breken of een terugslag veroorzaken wat leidt tot
schade aan het gereedschap, het werkstuk en/of
persoonlijk letsel.
Voordat u begint te zagen, schakelt u de
pendelzaagmachine "IN" en laat u het zaagblad
999-995-148.09_REV. B
Wanneer
zaagbladen
zaagbladen
kunnen
kunnen
gemakkelijk
RS-570 pendelzaagmachine
zijn volledige snelheid bereiken. Het gereedschap
kan gaan schudden of trillen wanneer de
zaagbladsnelheid bij aanvang van het zagen te laag
is en kan terugslaan.
Zaag pijpen uitsluitend wanneer ze afgetapt en
drukloos zijn. Wanneer in een bestaand leidingwerk
wordt gezaagd, moet de pijp voor aanvang van de
zaagwerkzaamheden afgetapt en drukloos zijn.
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen voor de
inhoud van de pijp. Daarmee verkleint u de kans
op elektrische schokken, explosies en ander ernstig
letsel.
Schakel altijd de machine uit en wacht tot het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat
u de machine weglegt. Dat verkleint de kans op
letsel en schade aan het gereedschap.
Volg de instructies voor instellen en bedienen van
het gereedschap om het letselrisico door snijden en
andere oorzaken te verminderen en schade aan het
gereedschap te voorkomen.
1. Controleer of het werkgebied geschikt is
(zie Algemene veiligheidsregels). De werkplek
moet overzichtelijk, vlak, stabiel en droog
zijn. Gebruik het gereedschap nooit terwijl u
in water staat.
2. Inspecteer het uit te voeren werk. Bepaal
het materiaaltype, omvang en vrije ruimte
rondom het materiaal. Bepaal de locatie
van de zaagsnede en teken die duidelijk af.
Bepaal welk toebehoren geschikt is voor
de werkzaamheden. Wanneer aan een
bestaand leidingnetwerk wordt gewerkt,
dient u ervoor te zorgen dat deze drukloos
en afgetapt is. Zagen in systemen die onder
druk staan of systemen die gevuld zijn
met vloeistoffen, kunnen overstromingen,
elektrische schokken, explosies en ernstig
letsel veroorzaken. Zorg dat u de inhoud van
de pijp kent en eventuele specifieke gevaren
in verband met de inhoud ervan. Raadpleeg
de hoofdstukken Beschrijving en Specificatie
voor informatie over het gereedschap.
Gebruik van verkeerd toebehoren voor een
toepassing kan leiden tot letsel, beschadiging
van het gereedschap en het maken van
onvolledige verbindingen.
3. Vergewis u ervan dat de complete uitrusting
is
geïnspecteerd
aangegeven in de bijbehorende instructies.
en
ingesteld
zoals
79