29. Pas op dat u de as, de flenzen (vooral hun mon-
tagevlak) of de bout niet beschadigt. Beschadi-
ging van deze onderdelen kan zaagbladbreuk
veroorzaken.
30. Zorg dat het draaibaar voetstuk goed vastgezet
is, zodat het tijdens het zagen niet kan bewegen.
31. Verwijder voor uw eigen veiligheid zaagafval,
stukjes hout e.d. van de werktafel alvorens te
gaan zagen.
32. Vermijd het zagen op spijkers. Inspecteer het
werkstuk en verwijder alle eventuele spijkers
alvorens met het zagen te beginnen.
33. Zet de asvergrendeling in de vrije stand alvorens
de trekschakelaar in te drukken.
34. Zorg ervoor dat het zaagblad in zijn laagste posi-
tie niet in aanraking komt met het draaibaar voet-
stuk.
35. Houd het handvat stevig vast. Denk eraan dat de
zaag bij het starten en stoppen even op- en neer-
gaat.
36. Zorg dat het zaagblad bij het inschakelen niet in
contact is met het werkstuk.
37. Laat het gereedschap een tijdje draaien alvorens
het op het werkstuk te gebruiken. Controleer op
trillingen of schommelingen die op onjuiste
installatie of op een slecht gebalanceerd zaag-
blad kunnen wijzen.
38. Wacht totdat het zaagblad op volle toeren draait,
alvorens het werkstuk te zagen.
39. Stop onmiddellijk met zagen indien u iets abnor-
maals opmerkt.
40. Probeer niet om de trekschakelaar in de inge-
schakeld positie te vergrendelen.
41. Laat uw aandacht nooit verslappen, vooral niet
wanneer het werk saai is en uit herhalingen
bestaat. Laat u niet door een vals gevoel van vei-
ligheid misleiden, aangezien zaagbladen altijd
uiterst gevaarlijk zijn.
42. Gebruik uitsluitend de accessoires die in deze
gebruiksaanwijzing worden aanbevolen. Het
gebruik van ongeschikte accessoires, zoals
slijpschijven, kan verwonding veroorzaken.
43. Wees voorzichtig wanneer u gleuven zaagt.
44. Sommige stofafval van de zaagbediening bevat
chemicaliën die kanker, geboorteafwijkingen of
andere voortplantingsdefecten kunnen veroorza-
ken. Een paar voorbeelden van deze chemicaliën
zijn:
• lood van materiaal dat met loodhoudende inkt
is geverfd
• arseen en chroom van chemisch behandeld
timmerhout
Het gevaar van blootstelling hangt af van hoe
vaak u dit soort werk uitvoert. Om blootstelling
aan deze chemicaliën tot een minimum te beper-
ken, dient u in een goed geventileerde omgeving
te werken en gebruik te maken van goedge-
keurde veiligheidsapparatuur zoals stofmaskers
die speciaal ontworpen zijn voor het filtreren van
microscopische deeltjes.
45. Zorg altijd dat het zaagblad scherp en schoon is
om het voortgebrachte geluid tot een minimum
te beperken.
46. De gebruiker dient volledig vertrouwd te zijn met
het gebruik, de afstelling en de bediening van
het gereedschap.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
LAAT NIET uw vertrouwdheid met het gereedschap
(na regelmatig gebruik) omslaan in slordigheid of
onachtzaamheid omtrent de strikt na te leven veilig-
heidsvoorschriften voor dit product. VERKEERD
GEBRUIK of het niet naleven van de veiligheidsvoor-
schriften in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot
ernstige verwondingen.
INSTALLEREN
De hulpplaat installeren (Fig. 1 en 2)
Installeer de hulpplaat op de inkeping in de voet van het
gereedschap en zet hem vast door de zeskante bout vast
te draaien.
De houders aanbrengen (Fig. 3 en 4)
Bevestig de houders op beide uiteinden van de voet en
zet ze met schroeven vast.
Verstel de afstelvoetjes zodat ze de ondergrond raken.
OPMERKING:
• In sommige landen kunnen de houders niet zijn toege-
rust met voetjes.
Het gereedschap op de werktafel monteren
(Fig. 5 en 6)
Bij de verscheping uit de fabriek is het handvat door mid-
del van de aanslagpen in de omlaagpositie vergrendeld.
Ontgrendel de aanslagpen door het handvat ietwat
omlaag te drukken en aan de aanslagpen te trekken.
Dit gereedschap dient op een vlak en stabiel oppervlak
te worden vastgezet door middel van twee bouten die u
vastdraait in de boutgaten in de voet van het gereed-
schap. Dit helpt om kantelen en de mogelijke kans op let-
sel te voorkomen.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvo-
rens de functies op het gereedschap te controleren of
af te stellen.
Veiligheidskap (Fig. 7 en 8)
Wanneer het handvat omlaag wordt gebracht, gaat de
veiligheidskap automatisch omhoog. De veiligheidskap is
veerbelast zodat zij naar haar oorspronkelijke positie
terugkeert wanneer het zagen voltooid is en het handvat
wordt opgeheven. ZET DE VEILIGHEIDSKAP NOOIT
VAST EN VERWIJDER NOOIT DE VEILIGHEIDSKAP
OF DE VEER.
Voor uw persoonlijke veiligheid dient de veiligheidskap
altijd in goede staat te worden gehouden. Elke onregel-
matigheid in de werking van de veiligheidskap dient
onmiddellijk te worden hersteld. Controleer of de veer
goed werkt zodat de veiligheidskap goed terugkeert.
GEBRUIK HET GEREEDSCHAP NOOIT WANNEER DE
VEILIGHEIDSKAP
OF
DEFECT, OF VERWIJDERD ZIJN. DIT IS NAMELIJK
BIJZONDER GEVAARLIJK EN KAN ERNSTIGE VER-
WONDINGEN VEROORZAKEN.
DE
VEER
BESCHADIGD,
45