vloeistoffen bevindt.
- Vermijden dat de zwarte en rode tangen met
elkaar in contact komen omdat dit het smelten
ervan of dat van andere metalen voorwerpen kan
veroorzaken. De tangen uitsluitend opbergen op
de speciaal daartoe bestemde steunen.
4-
ALLEEN VOOR SYSTEMEN AAN 12 VOLT of 24
VOLT! Alleen gebruiken op vaartuigen en voertuigen
met elektrische systemen aan 12 volt of 24 volt. De
correcte waarde van spanning (indien aanwezig)
selecteren tussen 12V en 24V in functie van de te
starten batterij van het voertuig!
5-
ALLEEN GEBRUIKEN IN NOODGEVAL: de starter
niet gebruiken in plaats van de batterij van het
voertuig. Uitsluitend gebruiken om de startoperatie
uit te voeren.
6-
Vermijden alleen te werken. Bij een ongeval kan de
assistent hulp bieden.
7-
Elektrische schokken vermijden. Uiterst
voorzichtig tewerk gaan bij het aanbrengen
van de tangen op niet geïsoleerde leidingen
of
verdelingsbalken.
vermijden met oppervlakken zoals buizen, radiators
en metalen kasten terwijl men de voltage aan het
testen is.
8-
De werkzone rein houden. Plaatsen met obstakels
kunnen letsel veroorzaken.
9-
Vermijden de starter te beschadigen. Hem uitsluitend
handleiding.
10- De aanwijzingen m.b.t. de werkzone in acht nemen.
Niet gebruiken op vochtige of natte plaatsen. Niet
blootstellen aan de regen. Werken op goed verlichte
plaatsen.
11- Niet
blootstellen
rechtstreekse warmtebronnen of vochtigheid.
12-
mogen nooit naar de werkzones gaan,
noch de machines, instrumenten of
verlengsnoeren hanteren.
13- Wanneer de starter niet gebruikt wordt, moet hij
opgeborgen worden op een droge plaats om de
vorming van roest te voorkomen. De starter altijd
vergrendeld bewaren en uit de buurt van kinderen
houden.
14-
Zich op een gepaste manier
kleden. Geen brede kleren of
antislip schoenen aan. Voor wie lang haar heeft,
een alles omvattend hoofddeksel dragen.
15- De reparaties moeten uitsluitend uitgevoerd worden
door ervaren operators, zoniet kan dit een aanzienlijk
gevaar voor de gebruiker inhouden.
16- Vervanging van onderdelen en toebehoren. Bij
de uitvoering van het onderhoud, alleen identieke
reserveonderdelen gebruiken. Het gebruik van gelijk
welk ander stuk annuleert de waarborg.
17-
stabiele steunpunten behouden.
Zich niet verplaatsen op kabels of elektrische
structuren.
18- Het onderhoud van de starter heel zorgvuldig
uitvoeren. Regelmatig de kabels ervan controleren
en in geval van schade de reparatie laten uitvoeren
door een geautoriseerde technicus.
19-
Voordat men deze starter gebruikt, aandachtig
alle onderdelen controlen die beschadigd blijken
te zijn, om te bepalen of ze in staat zijn correct te
Het
lichamelijk
aan
rechtstreeks
zonnelicht,
werken. Controleren of de kabels goed bevestigd
zijn aan de starter. Men raadt aan de beschadigde
onderdelen te laten repareren of vervangen door een
ingeval een willekeurige schakelaar niet correct
werkt op de standen ON /OFF.
geleiders van de elektriciteit aan te raken.
De starter is ontworpen voor het gebruik op voertuigen
of vaartuigen. Het zal niet noodzakelijk zijn over een
ander voertuig of een voedingscontact aan 230VAC te
beschikken.
Het is evenzo mogelijk deze starter te gebruiken als
draagbare energiebron aan 12 VDC op ver afgelegen
plaatsen of in noodgevallen.
contact
strikt de hierna aangegeven volgorde in acht
nemen!
- Controleren of de starter uitgeschakeld is: de
schakelaar van
- Controleren of het te starten voertuig of vaartuig
uitgeschakeld is (schakelaar of startsleutel in de stand
OFF).
- Eerst de rode tang (+) verbinden met het positieve
uiteinde geplaatst op de batterij van het voertuig.
- Vervolgens de zwarte tang (-) verbinden met een niet
beweeglijk metalen onderdeel van de motor; de tang
niet verbinden met de negatieve klem van de batterij.
De schakelaar van de starter in geen geval activeren
en de kabels niet wegnemen!
- In afwezigheid van een geluidssignaal en met de rode
of 24V (indien aanwezig) zetten en hierbij de correcte
spanning van het te starten voertuig in acht nemen.
- De schakelaar van start van het voertuig of het
vaartuig op ON zetten. Ongeveer een minuut wachten.
De schakelaar van het voertuig naar de stand van
start brengen gedurende een tijd niet langer dan 3÷4
seconden. Indien de auto of het vaartuig niet start,
minstens 3 minuten wachten voordat men terug
probeert.
rode tangen met elkaar in contact komen en
Terwijl de motor in werking is, de volgorde van de
instructies strikt volgen:
1.
De starter uitschakelen: de schakelaar in de stand
OFF.
2.
De zwarte tang (negatief) loskoppelen van het
voertuig.
24
moet in de stand OFF staan.
De
hier
aangegeven
waarschuwen dat het aangaan van
de RODE LED (Fig. A-1) en de
aanwezigheid van het geluidssignaal
OMGEKEERD, GEVAAR!".
symbolen