HANDLEIDING (Originele vertaling uit het Spaans)
8. PRODUCTVERWIJDERING
Wanneer het tijd is om de pomp weg te gooien, bevat
deze geen giftige of vervuilende materialen. De
belangrijkste
onderdelen
geïdentificeerd voor selectieve verwijdering.
Verwijdering van dit product of delen daarvan dient
op milieuvriendelijke wijze te geschieden. Maak
gebruik van uw plaatselijke afvalophaaldienst. Als dit
niet mogelijk is, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde ESPA-service.
LINE RUN FAULT Estado del Equipo
1
1
0
Funcionamiento normal. La bomba está en marcha.
1
3
0
Caudal muy bajo. Si sigue en este estado más de 10 s. la bomba se parará.
LINE RUN FAULT Status van de Uitrusting
1
0
0
Normale werking. Pomp wacht op flow verzoek.
Geen tankniveau. Wanneer het waterpeil zich herstelt, start de pomp automatisch.
1
2
0
Droogloop fout. De pomp is gestopt door gebrek aan water en het toestel
1
0
3
doorloopt de automatische herstartpogingen.
Droogloop alarm. De apparatuur wordt gestopt wegens watergebrek totdat de
1
0
1
handmatige reset is uitgevoerd.
Gebrek aan druk alarm. Als de unit watercirculatie detecteert en de druk is lager
1
3
3
dan 0,3 bar. De pomp stopt. Hij moet handmatig worden gereset.
Druk transducer alarm. Als de communicatie is hersteld, start de apparatuur
1
0
4
automatisch op.
Huidige fout. De pomp is gestopt als gevolg van een overstroom en de unit
1
2
2
doorloopt de automatische reset pogingen (4)
Huidig alarm. De apparatuur wordt gestopt als gevolg van overstroom totdat de
1
2
1
handmatige reset is uitgevoerd.
Kortsluiting fout. De pomp is gestopt vanwege een overbelasting en de unit voert
1
4
4
de automatische resetpoging uit (4).
Kortsluitingsalarm. De apparatuur wordt gestopt als gevolg van overbelasting
1
4
1
totdat de handmatige reset is uitgevoerd.
Spanningsfout. Wanneer de voedingsspanning zich herstelt binnen de
2
0
2
vastgestelde marges, zal de pomp automatisch starten.
Intern alarm. Elektronische communicatiestoring. Koppel de pomp los van de
stroomvoorziening en sluit hem weer aan door tegelijkertijd op (+) en (-) te drukken.
1
0
2
Afhankelijk van de storing zal de apparatuur opnieuw opstarten of in de
storingsmodus blijven.
zijn
naar
behoren
Led's positie wanneer de pomp draait
Posición Led's cuando la bomba está parada
9. TECHNISCHE GEGEVENS
Vloeistoftemperatuur: ................. .4ºC - 40ºC
Omgevingstemperatuur: ............ .. . 0ºC - 40ºC
Temperatuur bij opslag: ...............-10ºC - 50ºC
10. LED-INDICATOREN (Model TECNOPLUS 25)
Wanneer de apparatuur wordt ingeschakeld, wordt een
sequentie op gang gebracht:
1.
De LED's lichten twee keer na elkaar op.
2.
Het toestel start op.
De mogelijkheden van de LED'S zijn
0=Led UIT
1=Led ON
2=Slow knipperende LED (2s. Aan/2s. Uit)
3=Snel knipperende LED (1s. Aan/1s. Uit)
4=Led knippert zeer snel (0.2s. Aan/0.2s. Uit)
45
NL