Werkhouding en werktechniek (09 – 14)
6.3
Verlengen/verkorten van de
telescopische steel (06)
De telescopische steel (06/2) kan traploos wor-
den versteld. Zo kunt u de lengte precies zo aan-
passen, als nodig is voor de beoogde werkzaam-
heden.
1. Vastzethuls (06/1) in de richting van het open
slot draaien (06/a) tot de klemming is vrijge-
geven.
2. Verschuif de telescopische steel, tot de ge-
wenste lengte is ingesteld (06/b).
3. Vastzethuls vastdraaien.
6.4
Zaagkop zwenken (07)
De zwenkbare zaagkop maakt een voor het za-
gen comfortabele en veilige werkpositie mogelijk.
1. Drukknop (07/1) aan beide kanten van de
zaagkop indrukken.
2. Zaagkop in de gewenste stand zwenken (07/a).
3. Drukknop loslaten. De zaagkop klikt op de
gewenste positie vast.
6.5
Apparaat in- en uitschakelen (08)
Apparaat inschakelen
1. Zet het apparaat op werkstand.
2. Ontgrendelingsknop (08/1) aan het basisap-
paraat indrukken en vasthouden.
3. Druk de Aan/Uit-schakelaar (08/2) in en houd
deze ingedrukt.
4. Laat de ontgrendelingsknop los. Zodra het ap-
paraat draait, is het niet meer nodig de ont-
grendelingsknop ingedrukt te houden. De ont-
grendelingsknop dient ervoor het onbedoeld
starten van de kettingzaag te verhinderen.
Apparaat uitschakelen
1. Aan-/Uit-schakelaar loslaten.
2. Evt. accu uittrekken om onbedoeld opnieuw
inschakelen te voorkomen: zie Hoofdstuk 5.3
"Accu plaatsen en verwijderen (04, 05)", pa-
gina 50.
7 WERKHOUDING EN WERKTECHNIEK
(09 – 14)
WAARSCHUWING! Verhoogd gevaar
voor vallen. Er bestaat verhoogd gevaar voor
vallen als het werk wordt uitgevoerd vanuit een
verhoogde positie (bijv. ladder).
■
Werk altijd vanaf de grond met het apparaat
en zorg er daarbij voor dat u veilig staat.
■
Volg de veiligheidsinstructies op.
443176_a
■
Hef de hoogsnoeizaag (09/1) tijdens het
snoeien maximaal onder een hoek van 60°
(09/2).
■
Ga zo staan dat de snede, zoveel mogelijk, in
een hoek van 90° ten opzichte van de tak
kan worden uitgevoerd (10/a).
■
Dikke takken in delen (11/1) afzagen zodat er
een betere controle is over de plaats waar ze
neerkomen.
■
Zaag nooit in de verdikking van de takaanzet,
om de heling van de wond optimaal te laten
verlopen en aantasting ervan te voorkomen
(12).
■
Duw de hoogsnoeier met de boomklauw
(13/1) tegen de tak (13/2) (13/a), om de zaag
tegen de tak te stabiliseren.
■
Maak voordat u de tak afzaagt (14/b) eerst
een insnede (14/a) in de onderkant van de
tak. Zo voorkomt u dat de bast afscheurt en
een moeilijk helende wond aan de boom ont-
staat. De insnede mag niet dieper zijn dan
1/3 van de takdikte, om te voorkomen dat de
hoogsnoeizaag vastgeklemd raakt.
■
Trek de hoogsnoeizaag altijd met draaiende
zaagketting uit de tak, zodat deze niet klem
kan raken.
8 ONDERHOUD EN VERZORGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor snijlet-
sel. Gevaar voor snijletsel als gevolg van contact
met scherpe en bewegende delen van het appa-
raat, zoals het snijblad.
■
Schakel voorafgaand aan onderhouds-, ver-
zorgings- en reinigingswerkzaamheden altijd
het apparaat uit. Verwijder de accu.
■
Draag bij onderhouds-, verzorgings- en reini-
gingswerkzaamheden altijd beschermende
handschoenen.
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door
deskundige, getrainde vakmensen en uitsluitend
met gebruik van de originele reserveonderdelen.
■
Controleer het apparaat na ieder gebruik op
slijtage en vervang beschadigde onderdelen
indien nodig.
■
Stel het apparaat niet bloot aan nattigheid of
vocht. Plastic delen reinigen met een doek en
hierbij geen reinigings- of oplosmiddelen ge-
bruiken.
■
Reinig de koelspleten altijd direct, wanneer
deze verstopt zijn.
51