LET OP
Schade aan het apparaat
Door ongeschikt water kunnen de sproeiers verstopt of
de waterpeilindicatie beschadigd raken.
Voeg geen condenswater uit de wasdroger toe.
Voeg geen opgevangen regenwater toe.
Voeg geen reinigingsmiddelen of andere toevoegingen
(bijv. parfums) toe.
1. De watertank met maximaal 1 l leidingwater vullen.
Afbeelding H
Apparaat inschakelen
LET OP
Schade aan het apparaat door onjuist ingestelde
waterhardheid
Het ontkalkingspatroon werkt alleen optimaal wanneer
het apparaat aan de plaatselijke waterhardheid is aan-
gepast. Bij een onjuist ingestelde waterhardheid kan het
apparaat verkalken.
Het apparaat voor het eerste gebruik aan de plaatselijke
waterhardheid aanpassen, zie hoofdstuk Waterhard-
heid instellen.
Instructie
Bij de eerste keer stomen na verwijdering en terugplaat-
sing van het ontkalkingspatroon kan de stoomstoot
zwak of onregelmatig zijn en kunnen er enkele water-
druppels uittreden. Het apparaat heeft een korte inloop-
tijd nodig, waarin het ontkalkingspatroon met water
wordt gevuld. De uittredende stoomhoeveelheid neemt
geleidelijk toe tot na ca. 30 seconden de maximale
stoomhoeveelheid bereikt is.
1. Het apparaat op een stevige ondergrond zetten.
2. De netstekker in een stopcontact steken.
3. Druk op de Aan/Uit-schakelaar.
Afbeelding I
4. De led-balk brandt rood en gaat langzaam uit.
5. Na ca. 30 seconden brandt de led-balk constant
groen.Het apparaat is klaar voor gebruik.
Afbeelding J
Stoomhoeveelheid regelen
De hoeveelheid stoom die naar buiten stroomt, wordt
geregeld met de stoomhoeveelheidstoets. Er zijn 2 ver-
schillende stoomhoeveelheidstoetsen beschikbaar:
Afbeelding K
Maximale stoomhoeveelheid
Verminderde stoomhoeveelheid
Geen stoom - kinderbeveiliging
Instructie
In deze stand kan de stoomhendel niet
worden gebruikt.
Instructie
Bij het inschakelen van het apparaat is de maximale
stoomhoeveelheid altijd ingesteld.
1. Na instelling van de stoomhoeveelheid de stoom-
hendel indrukken.
2. Voor het begin van de reiniging het stoompistool op
een doek richten tot de stoom gelijkmatig uittreedt.
32
Als er een tekort aan water is, knippert de led-balk snel
rood.
Voor een constant stoomvermogen moet het water via
het deksel van het ontkalkingspatroon worden bijge-
vuld. Bij het bijvullen van het water blijft de ontkalkings-
patroon in het apparaat.
Instructie
Het apparaat is uitgerust met een droogloopbeveiliging
voor de pomp. Als de pomp langere tijd droog loopt, bijv.
omdat het ontkalkingspatroon niet juist is geplaatst,
wordt de pomp uitgeschakeld en knippert het rode con-
trolelampje Watertekort.
Om het apparaat weer te kunnen gebruiken, moet het
apparaat uit- en weer ingeschakeld worden. Hierbij
moet u ervoor zorgen dat het patroon juist is geplaatst
en er voldoende water in het waterreservoir zit.
1. De watertank via het deksel van het ontkalkingspa-
troon met maximaal 1 l leidingwater vullen.
De led-balk licht constant groen op.
Om stroom te sparen is het raadzaam om het apparaat
uit te schakelen bij gebruiksonderbrekingen van langer
dan 20 minuten.
1. Druk op de Aan/Uit-schakelaar.
Apparaat uitschakelen
1. Druk op de Aan/Uit-schakelaar.
Afbeelding L
Het apparaat is uitgeschakeld.
2. De stoomhendel indrukken tot er geen stoom meer
uitstroomt.
Afbeelding M
Het stoomreservoir staat niet onder druk.
3. De kinderbeveiliging terugschuiven.
De stoomhendel is geblokkeerd.
4. De netstekker uit het stopcontact trekken.
LET OP
Schade aan het apparaat door verontreinigd water
Als het apparaat langer dan 2 maanden niet wordt ge-
bruikt, kan het water in het reservoir verontreinigd ra-
ken.
Waterreservoir voor gebruiksonderbrekingen legen.
5. Het ontkalkingspatroon uit het apparaat halen.
Afbeelding N
1. Vloersproeier in de parkeerhouder hangen.
Afbeelding O
2. De verlengpijpen in de grote houder voor toebeho-
ren plaatsen.
3. Een handsproeier en een puntstraalsproeier elk op
een verlengpijp plaatsen.
4. De kabel opwikkelen en opbergen in het opbergvak.
5. De kleine ronde borstel en de powersproeier opber-
gen in het opbergvak.
6. De stoomslang opbergen in het opbergvak.
Afbeelding P
7. Het apparaat op een droge en vorstvrije plaats op-
bergen.
Belangrijke gebruiksinstructies
Grondoppervlakken reinigen
Wij raden aan de vloer aan te vegen of te zuigen, voor-
dat het apparaat wordt gebruikt. Zo worden het vuil en
Nederlands
Water bijvullen
Werking onderbreken
Apparaat opbergen