4
Montage
4.1
Veiligheidsaanwijzingen voor
installeren en montage
Vergiftigingsgevaar door schadelijke
WAARSCHUWING
rook bij het lassen van verzinkte of
gelakte onderdelen!
Bij het lassen aan verzinkte of gelakte
onderdelen ontstaat rook, die bij het in-
ademen schadelijk zijn voor de gezond-
heid.
•
Om dit te vermijden op de te lassen
locaties de lak en indien nodig de
zinklaag wegslijpen.
•
Het installeren mag alleen worden uitgevoerd
door vakkrachten.
•
Maak uzelf vóór aanvang van het installeren van
het product vertrouwd met alle
installatieaanwijzingen.
•
Het installeren nooit alleen uitvoeren. Enkele
werkstappen kunnen uitsluitend door twee
personen worden uitgevoerd.
4.2
Leveringsomvang
De leveromvang omvat:
•
Laadbrug met voorgemonteerde componenten
– Gasdrukveer
– 2 transportogen
•
Bedieningshendel
•
Montage- en gebruikshandleiding
•
Korte gebruikshandleiding
•
Indien nodig reparatielak
4.3
Montage voorwaarde
4.3.1 Voorbereiding (niet meegeleverd)
Zorg voor aanvang van de montage dat is voldaan
aan de volgende voorwaarden:
Voor alle inbouwsituaties:
•
De maten van de inbouwlocatie komen overeen
met de gegevens op de inbouwtekening.
– Lengte en breedte
– Hoogte aan de voor- en achterzijde
– Haaksheid
Extra voor inbouwsituatie CX:
•
De dollen zijn gemonteerd volgens
inbouwtekening.
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!
4.3.2 Benodigd gereedschap
Voor de montage heeft u de volgende hefinrichtingen
en gereedschappen nodig:
•
Hefinrichting
– Kraan (draaglast ≥ 10 kN) of
– Vorkheftruck (draaglast ≥ 10 kN, lepellengte
1000 mm)
•
Lasapparaat (ESAB caddy 200 (5-200A) o.i.d.)
•
Laselektrode (ESAB 0K 48,00 3,25 o.i.d.)
•
Boormachine
•
Boor
•
Waterpas
•
Monteursgereedschap
4.4
Transport
•
Afb.
a
, pagina A1. Bij gebruik van een kraan:
Transporteer de laadbrug aan de twee
gemarkeerde transportogen.
•
Afb.
b
, pagina A1. Bij gebruik van een
vorkheftruck: Transporteer de laadbrug aan de
twee gemarkeerde transportogen.
4.5
Plaatsen van de laadbrug
4.5.1 Inbouwsituatie CX
Afb.
a
, pagina A2. Plaats de laadbrug zo in de in-
bouwlocatie dat de lasstrips achter, resp. naast de
dollen in het beton liggen. Zorg dat de laadbrug niet
is verspannen en dat de spleetmaat aan de zijkanten
van 10 mm (+0/-2 mm) tussen frame en laadbrugplat-
form wordt aangehouden.
Afb.
b
, pagina A2. De laadbrug horizontaal water-
pas stellen t.o.v. het niveau van de halvloer. Zorg dat
de diagonale maten van de laadbrug niet meer dan
2 mm van elkaar afwijken.
Afb.
c
, pagina A3. De lasstrips van de laadbrug
vastlassen op de dollen.
Bij verzinkte laadbruggen de omgeving van de lasna-
den spuiten met zinkspray (niet meegeleverd) en laat
dit minimaal 30 minuten drogen.
Alle beschadigde plekken bij de lak bijwerken met de
meegeleverde reparatielak.
Afb.
d
, pagina A3. De sleuven tussen het laad-
brugframe en de bouwconstructie voor het ingieten
van de betongietmassa afdichten. Wij adviseren het
laadbrugplatform voor het ingieten te voorzien van
een beschermfolie.
De betongietmassa ingieten. Zorg voor het gebruik
van een geschikte betonkwaliteit, minimaal C20/25.
Zorg bij grotere ingiethoogten dat de zijdelingse druk
door het ingieten en verdichten niet te hoog wordt.
Anders kan het frame van de laadbrug vervormen.
NL - 65