Controlelampje motor
2x knipperen
motor overbelast/oververhit
–
Apparaatschakelaar op „0/OFF" stellen.
Apparaat laten afkoelen.
Apparaat inschakelen.
Storing treedt opnieuw op.
–
Klantendienst contacteren.
3x knipperen
Fout in de spanningtoevoer.
–
Netaansluiting en netzekeringen con-
troleren.
4x knipperen
Stroomopname te groot.
–
Netaansluiting en netzekeringen con-
troleren.
Klantendienst contacteren.
Controlelampje boilerstoring
1x knipperen
Temperatuurbegrenzer is in werking
–
gezet
Apparaatschakelaar op „0/OFF" stellen.
Apparaat laten afkoelen.
Apparaat inschakelen.
Storing treedt opnieuw op.
–
Klantendienst contacteren.
3x knipperen
Identificatie systeemonderhoud defect
–
Klantendienst contacteren.
4x knipperen
Temperatuursensor defect
–
Klantendienst contacteren.
Controlelampje Service
Service-interval
–
Servicewerkzaamheden uitvoeren.
Controlelampje systeemonderhoud
Instructie: Verwarming is nog 5 uren mo-
gelijk.
Fles systeemonderhoud is leeg.
–
Fles systeemonderhoud vervangen.
66
brandt
Controlelampje systeemonderhoud
Instructie: Verwarming is niet meer moge-
lijk.
Fles systeemonderhoud is leeg.
–
Fles systeemonderhoud vervangen.
Apparaat draait niet
Geen netspanning
–
Spanningsaansluiting/toevoerleiding
controleren.
Apparaat bouwt geen druk meer op
Lucht in het systeem
–
Pomp ontluchten:
Reinigingsmiddel-doseerapparaat op
„0" stellen.
Bij geopende handspuitpistool het ap-
paraat met de apparaatschakelaar
meermaals in- en uitschakelen.
Druk-/volumeregeling van de pom-
peenheid bij een geopend handspuitpi-
stool open- en dichtdraaien.
Instructie: Door het demonteren van de
hogedrukslang van de hogedrukaansluiting
wordt het ontluchten versneld.
Indien reinigingsmiddelreservoir leeg
is, navullen.
Aansluitingen en leidingen controleren.
Druk is ingesteld op „MIN"
–
Druk op „MAX" stellen.
Zeef in de wateraansluiting vervuild.
–
Zeef reinigen.
Fijn filter reinigen, zo nodig vernieuwen.
Watertoevoerhoeveelheid te laag
–
Watertoevoerhoeveelheid controleren
(zie Technische gegevens).
– 10
NL
knippert