NL
32 Vastzetmoer bowdenkabel
33 Instelmoer bowdenkabel
Beschermingsinrichtingen
3 Veiligheidsbeugel
Bij het loslaten van de veilig-
heidsbeugel stopt het apparaat.
6 Stootbescherming
bescherm de bedieningsper-
soon tegen weggeslingerde
onderdelen en tegen een on-
opzettelijke aanraking van de
messen wanneer er zonder
grasvangmand gemaaid wordt.
13 Uitlaatbescherming
verhindert dat handen of ont-
vlambare materialen met een
hete uitlaat in aanraking komen.
14 Zijdelingse uitworp met stoot-
bescherming
verhindert het zijdelingse weg-
slingeren van gemaaid gras en
vaste delen en rijgt het gemaai-
de gras zijdelings aanee.
Technische gegevens
Benzine-
gazonmaaier ..BRM 46-144 A-OHV Q-360°
Vermogen ...........................2,2 KW (3 PS)
Motor ................................RATO RV145-S
Motorslagvolume .......................144,3 cm
Toerental van de messen n
Aanzetmoment messen ......... max. 45 Nm
Volume benzinetank ....................... 800 ml
Octaangetal ......................................95-98
Volume motorolietank ..................... 500 ml
Motorolie ................HD SAE 30 of 10W-30
Bougie ............................. TORCH F5RTC
Snoeicirkel ....................................460 mm
Snoeihoogte ................6-stufig, 25-75 mm
Volume grasvangmand ........................ 50 l
62
3
..... 2900 min
-1
0
Gewicht..........................................23,5 kg
Geluidsdrukniveau
(L
) ..................... 83,8 dB (A), K
pA
Akoestisch niveau (L
gemeten ......... 94,4dB (A); K
gegarandeerd ...........................96 dB(A)
Vibratie (a
) op de handgreep
h
.......................... 7,629 m/s
De aangegeven trillingemissiewaarde
werd volgens een genormaliseerd test-
methode gemeten en kan ter vergelijking
van een stuk gereedschap met een
ander gebruikt worden. De aangegeven
trillingemissiewaarde kan ook voor een
inleidende inschatting van de blootstelling
benut worden.
Waarschuwing: Afhankelijk van
de manier, waarop het gereed-
schap gebruikt wordt, kan de
trilingemissiewaarde tijdens het
effectieve gebruik van het gereed-
schap van de aangegeven waarde
verschillen.
Probeer de belasting door trillin-
gen zo gering mogelijk te houden.
Voorbeeldmaatregelen voor de
reductie van trillingsbelasting zijn
het dragen van handschoenen bij
het gebruik van het gereedschap
en de beperking van de werktijd.
Daarbij moeten alle delen van
de bedrijfscyclus in acht worden
genomen (bij voorbeeld tijden,
waarop het elektrische werktuig is
uitgeschakeld en tijden waarin het
weliswaar is ingeschakeld, maar
zonder belasting draait).
Geluids- en trilwaarden worden in over-
eenstemming met de in de conformiteit-
verklaring vermelde normen en bepalin-
gen vastgesteld.
=3 dB
pA
)
WA
=1,17 dB
WA
; K=1,5 m/s
2
2