3430
Na het indrukken van de beveiliging (a) zal deze natu-
urlijk in de uitgangspositie terugkeren.
Bij het aansluiten mogen geen nieten in het apparaat
zitten.
8
STORINGEN EN HET OPHEFFEN DAARVAN
Alvorens een storing op te heffen in ieder geval het apparaat van de luchttoevoerslang verwijderen!
Bij het aansluiten mogen er geen bevestigingsmiddelen in het apparaat zijn.
STORING
Perslucht ontwijkt de
uitlaatopening:
De slag wordt niet in
werking gebracht.
Loze slagen of
golfkrammen
worden niet helemaal
ingeslagen.
Het apparaat werkt te
langzaam.
Bij reparatie of verwisselen van onderdelen moet op het cylinderloopvlak en op alle kontraloopvlakken van
O-ringen speciaal vet (bestel nr. 68 3868) opgebracht worden.
MOGELIJKE OORZAAK
O-rings (e) of ventielschuif (f)
beschadigd of van buitenaf vervuild.
Vlakke kantencylinder beschadigd.
De bedieningselementen lopen zwaar,
nadat het apparaat lange tijd niet
gebruikt is.
Slagpen door golfkram vastgelopen.
Het apparaat te zwak of te kort op het
materiaal gezet.
Apparaat blaast sterk met slagpen in
onderste stand. O-ring (t), buffer (v)
afdichtingsring (h) beschadigd. Geen
terugslag.
Apparaat zonder voldoende smering.
Inslagverstelling foutief ingesteld.
Druk te laag.
Het apparaat springt.
De luchttoevoerslang is te lang.
De doorlaat van de toevoerleiding
of de onderhoudsunit is te klein
(drukvermindering).
Slagpen (r) beschadigd.
Slagpenkop versleten.
O-ring (f) of ventielschuif (e) zonder
smering.
Inschakelbeveiliging (a) loopt te zwaar
en is vastgeraakt.
Drukventiel (w) defect.
7
TOEBEHOREN
Balancer voor 20 tot 30 N (2,0 tot
3,0 kp), bruikbare lengte 2,0 m
Ophangring
REPARTIE
O-ringen schoonmaken of vervangen.
Gladde vlakken polijsten of cylinder
verwisselen en opnieuw invetten.
Druk verhogen en enkele proefslagen
uitvoeren. Vervolgens direkt de druk
reduceren.
De blokkeren opheffen, zie 6. Goede
KMR strippen gebruiken.
Het apparaat vaster op het materiaal
drukken.
Defekte delen verwisselen.
Binnendelen schoon maken,
kontraloopvlakken van de O-ringen en
loopvlakken van de cylinder invetten.
Olievernevelaar controleren.
Juiste instellen, zie 5
De juiste druk instellen (min. 5 atm./0,5
MPa).
Het apparaat vaster op het werkstuk
zetten.
Oorzaak opsporen en euvel verhelpen.
Slagpen vervangen. Tegelijkertijd de
buffer (v) op slijtageverschijnselen
controleren.
De kop van de slagpen vlakslijpen.
Defekt onderdeel vervangen en op
de kontraloopvlakken speciaal vet
opbrengen.
Het lichte lopen opnieuw tot stand
brengen.
Apparaat door een vakman laten
kontroleren.
Nederlands I 11
Bestelnummer
40 3407
31 7802
KMR