nl
1�8 | ��A ��� | Bediening
�.2
Meetvoorbereidingen
!
De FSA 050 is bedoeld, met uitzondering van het
spanningsmeetbereik, voor gebruik aan geïsoleerde,
spanningsloze stroomcircuits. Waarborg voordat u
metingen uitvoert, d.m.v. een goedgekeurde metho-
de, dat het te testen stroomcircuit volledig losgekop-
peld is van de voedingsspanning en veilig geïsoleerd
is.
�.2.1
Batterijen plaatsen
De FSA 050 wordt zonder ingebouwde batterijen gele-
verd.
1. Schakel de FSA 050 uit, verwijder de meetkabels en
het beschermingsrubber (fig. 1, pos. 7).
2. Verwijder de bouten (2x) van de batterijafdekking
en verwijder de batterijafdekking.
3. Plaats de meegeleverde batterijen met de juiste pola-
riteit.
i
Plaats altijd vijf nieuwe batterijen. Gebruik bij het
vervangen van de batterijen de types 5 x IEC LR6
(AA, MN1500, AM3 R6HP) alkaline of oplaadbare
NiMH.
4. Plaats de batterijafdekking weer terug en draai deze
met de bouten vast.
5. Breng het beschermingsrubber weer aan.
!
Batterijen die met een verkeerde polariteit worden
geplaatst kunnen leiden tot schade van de FSA 050.
Wanneer de batterij-indicatie na het vervangen van
de batterijen niet volledig opgeladen batterijen
weergeeft, is het mogelijk, dat een batterij met een
omgekeerde polariteit werd geplaatst. De FSA 050
mag na het verwijderen van de batterijafdekking en
geplaatste batterijen niet worden ingeschakeld noch
aangesloten op de meetkabels.
i
Zie hfst. 6.1 bij ontladen batterijen.
�.2.2
Test van de meetkabels
�unctiecontrole
R
Voer voor elk gebruik van de FSA 050 een visuele
inspectie van de meetkabels, de afstandsvoeler en
de aansluitklemmen uit op onbeschadigde en niet
gebroken isolatie.
R
Controleer de doorgang van de meetkabels (in het
weerstandsmeetbereik Ω) door kortsluiting van de
meetkabels. De weerstand van de kortgesloten meet-
kabels moet kleiner dan 1,0 Ω zijn.
|
1 689 989 102
2011-04-26
�.�
Veiligheidsinstructies
GEVAAR – Gevaar voor elektrische schok
door hoge gelijkspanningen tijdens de iso-
latietest!
Elektrische schokken door contact met on-
der spanning staande delen leidt tot letsel,
hartfalen of overlijden. Zo lang tijdens de
isolatietest <TE�T> in de ingedrukte positie
geblokkeerd is, kunnen elk moment gevaar-
lijke spanningen in het isolatietestbereik
aanwezig zijn.
¶
De isolatietest aan hybride voertuigen,
elektrische voertuigen of bedrijfsmiddelen
mag alleen door opgeleide hoogspan-
ningsspecialisten worden uitgevoerd.
¶
Bij het uitvoeren van de isolatietest geen
onder spanning staande delen aanraken.
¶
Wees zeer voorzichtig bij spanningsmetin-
gen boven de 30 V, met name bij hoog-
spanningssystemen.
�.4
�panningen en frequenties meten
(Hoogspanningsanalyse)
!
De te meten spanning mag de waarde 600 V tussen
fase en aarde of tussen fase en fase niet overschrij-
den!
1. Zet de draaischakelaar op "V" (fig. 2, pos. 3).
2. Sluit de meetkabels aan op het te testen stroomcir-
cuit.
i
Bij het inschakelen van de FSD 050 is standaard de
TRMS-functie ingeschakeld. Met <TRM�> kan tussen
TRMS-functie en DC-functie worden omgeschakeld.
"
Spanning en frequentie (bij TRMS-functie) worden
weergegeven.
Robert Bosch GmbH