VÓÓR HET STARTEN
Uw veiligheid is uw eigen verantwoordelijkheid. Een minieme
voorbereiding kan de kans op letsels sterk terugdringen.
Neem dit instructieboekje grondig door. Maak u vertrouwd met de
bedieningsorganen en leer ermee omgaan.
Maak u eigen met de onderdelen van de pomp en met de manier
waarop ze werken. Zorg ervoor dat u weet wat u moet doen
in noodsituaties.
Maak u vertrouwd met de veiligheidsvoorschriften die gelden voor de
te pompen chemicaliën; zie daarvoor van deze handleiding pagina 5.
IS DE POMP KLAAR VOOR GEBRUIK?
Voor uw eigen veiligheid en voor een maximale levensduur van de
pomp doet u goed eraan vóór de start enkele controles uit te voeren.
Ingeval u een storing vaststelt, moet u die eerst verhelpen of,
wanneer u niet over de vereiste technische vaardigheden beschikt,
contact opnemen met uw erkende Honda-dealer.
B WAARSCHUWING
Een onvoldoende of verkeerd onderhouden pomp of een niet
of slecht verholpen storing kunnen ernstige verwondingen
veroorzaken.
Voer steeds de nodige controles uit en verhelp eventuele
storingen alvorens u de pomp in gebruik neemt.
Alvorens u overgaat tot de voorafgaande controle, moet u zich eerst
ervan vergewissen en dat de pomp op een vlakke, en horizontale
ondergrond staat dat de contactschakelaar op OFF staat.
Controleer Vervolgens De Algemene Staat Van De Pomp
• ga na of er geen olie of benzine uit de motor lekt;
• verwijder overtollig of vastgekoekt vuil, met name op de motor, de
geluiddemper en het startmechanisme;
• controleer alle onderdelen op schade;
• ga na of alle bouten, moeren en pennen goed vast zitten;
• controleer of de afschermplaten en veiligheidskappen op hun
plaats zitten.
• controleer de algemene conditie van de slangen. Zorg ervoor dat
de slangen in bruikbare conditie zijn voor u ze aansluit op de pomp.
Controleer De Volgende Onderdelen Alvorens De Motor Te
Starten
• het motoroliepeil (pagina 8).
• luchtfilter (pagina 8).
• benzine: verwijder de tankdop en controleer het benzinepeil
(pagina 10).
4
GEBRUIKSVOORWAARDEN
DE POMP KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK
Lees VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (pagina
GAAT MAAIEN (pagina 4) voordat u de pomp de eerste keer gebruikt.
Uit oogpunt van veiligheid dient u de motor niet te starten of te
gebruiken in een gesloten ruimte, zoals een garage. De uitlaatgassen
van de pomp bevatten het giftige koolmonoxide dat in een gesloten
ruimte snel leidt tot ademnood, bewusteloosheid en de dood.
De aanzuigslang aansluiten
De aanzuigslang (1) moet van het versterkte type met een
niet-inklapbare wand zijn of over een draadbewapening beschikken
om de vermijden dat ze inklapt. Stel de pomp zo dicht mogelijk bij de
te pompen vloeistof op. Vermijd lussen en scherpe bochten in de
slang. De pomp presteert het best wanneer ze iets hoger dan de te
pompen vloeistof wordt opgesteld en de slang geen bochten vertoont.
De voorpomptijd hangt af van de lengte van de aanzuigslang. Een
langere aanzuigslang resulteert in een langere voorpomptijd.
De meegeleverde zeef (2) moet met een slangklem op het andere
uiteinde van de aanzuigslang worden gemonteerd zoals in de
afbeelding wordt getoond.
Pomp nooit vloeistoffen zonder zeef. De zeef voorkomt immers dat
vuil in de pomp dringt en ze zo verstopt en/of de rotor of andere
onderdelen van de pomp beschadigt.
[1]
[2]
De afvoerslang aansluiten
Een korte slang met een grote diameter veroorzaakt minder wrijving
en geeft een hoger rendement. Een lange slang met een kleine
diameter verhoogt de wrijving en leidt tot een lager debiet.
Draai de slangklem goed aan om te vermijden dat ze bij een hoge
stuwdruk losschiet.
NEDERLANDS
2)
and VOORDAT U