3
GEBRUIK
Alle hieronder beschreven stappen moeten correct worden uit-
gevoerd.
Als de vernevelaar via een PARI CENTRAL met een centrale
gasvoorzieningsinstallatie moet worden verbonden, moet de
gebruiksaanwijzing van de PARI CENTRAL in acht worden ge-
nomen.
3.1 Therapie voorbereiden
Vernevelaar monteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor benadeling van de therapie
Beschadigde onderdelen en een verkeerd gemonteerde ver-
nevelaar kunnen afbreuk doen aan de werking van de verne-
velaar en daarmee aan de therapie.
• Controleer vóór elk gebruik alle onderdelen van de verne-
velaar en het toebehoren.
• Vervang gebroken, vervormde of sterk verkleurde onder-
delen.
• Neem de aanwijzingen voor montage in deze gebruiks-
aanwijzing in acht.
• Steek het sproeieropzetstuk
met een lichte druk op de
sproeier in het onderste deel
van de vernevelaar.
De pijl op het sproeieropzet-
stuk moet daarbij naar boven
wijzen.
• Plaats het bovenste deel van
de vernevelaar op het onderste
deel en sluit de vernevelaar
door het bovenste deel naar
rechts op het onderste deel te draaien.
– 16 –