15.De veiligheidsfilterzak goed afsluiten
met de aangebrachte kabelbinder.
16.De veiligheidsfilterzak uit het vuilreser-
voir verwijderen.
17.Het vuilreservoir van binnen met een
vochtige doek reinigen.
18.De veiligheidsfilterzak in een stofdichte
gesloten zak conform de wettelijke be-
palingen afvoeren.
WAARSCHUWING
Ondeskundig gebruik bij het vergrende-
len van het vuilreservoir
Gevaar voor beknelling
Tijdens de vergrendeling in geen geval de
handen tussen het vuilreservoir en de filter-
ring houden of in de buurt van het hijsme-
chanisme brengen.
Het vuilreservoir door het bedienen van de
beugelgreep met beide handen vergrende-
len.
19.Het vuilreservoir plaatsen en met de
beugelgreep vergrendelen.
Natzuigen beëindigen
WAARSCHUWING
Onjuiste afvoer van afvoerwater
Milieuverontreiniging
Neem de plaatselijke voorschriften inzake
de behandeling van afvoerwater in acht.
1. Het filter drogen.
2. Het vuilreservoir met een vochtige doek
reinigen en drogen.
Apparaat inschakelen
1. De netstekker in het stopcontact steken.
2. Het apparaat aan de apparaatschake-
laars zuigturbine inschakelen.
Instructie
Schakel de zuigturbines altijd na elkaar in
en uit. Voor de correcte werking van de ma-
nometer voor de bewaking van het mini-
mumvolume moeten alle zuigturbines zijn
ingeschakeld.
3. Het zuigen begint.
Lees de minimale volumestroom af
Aan de voorzijde van het apparaat is een
manometer gemonteerd, die de zuigonder-
druk in het apparaat weergeeft. Als de
maximale onderdruk (zie tabel) wordt be-
64
reikt, moet het hoofdfilter worden gereinigd
(zie hoofdstuk Hoofdfilter reinigen). Deze
waarde is afhankelijk van het apparaatver-
mogen en de gebruikte zuigslang. Wordt de
onderdruk door het reinigen niet duidelijk
gereduceerd, dan moet het filter worden
vervangen (zie hoofdstuk Hoofdfilter ver-
vangen).
LET OP
Overschrijden van de maximale onder-
druk
Zuigverlies
Bij het overschrijden van de opgegeven
waarde daalt de luchtsnelheid onder 20 m/
s. Reinig of vervang het filter.
Nominale wijdte
zuigslang
DN40
DN50
DN70
Hoofdfilter reinigen
Wordt aan de manometer de maximale on-
derdruk weergegeven (zie hoofdstuk Lees
de minimale volumestroom af), dan moet
het hoofdfilter worden gereinigd.
1. Het apparaat uitschakelen.
2. De hendel van de filterreiniging min-
stens 5 keer heen en weer bewegen.
Apparaat uitschakelen
1. Het apparaat aan de apparaatschake-
laars zuigturbine uitschakelen.
2. Het netsnoer uittrekken.
De inlaatopening of de zuigslang zijn geslo-
ten.
1. Het apparaat aan de apparaatschake-
laars zuigturbine inschakelen.
2. Het hoofdfilter reinigen (zie hoofdstuk
Hoofdfilter reinigen).
3. Het apparaat aan de apparaatschake-
laars zuigturbine uitschakelen.
Nederlands
Maximale onder-
druk
15,70 kPa
(157 mbar)
14,40 kPa
(144 mbar)
10,00 kPa
(100 mbar)
Na elk gebruik
Vuilreservoir legen