9.
Schroef de montage-eenheid met de verwarmingsstaaf
(6) en de bijbehorende afdichting eraf.
10.
Controleer de kalkaanslag op het verwarmingselement.
11.
Vervang de afdichting.
9
Verhelpen van storingen
9.1
Fouten verhelpen
▶
Controleer voor het oplossen van problemen of het pro-
duct van stroom wordt voorzien.
▶
Controleer of de afsluitkranen geopend zijn.
▶
Als er foutmeldingen optreden, verhelp de fout dan na
controle van de tabel in de bijlage.
Foutmeldingen – overzicht (→ Pagina 182)
▶
Start het product na het oplossen van problemen op-
nieuw.
▶
Als u de storing niet kunt verhelpen, neem dan contact
op met het serviceteam.
9.2
Parameters naar fabrieksinstellingen
resetten
1.
Draai de draaiknop, tot het menu RESE T PAR. wordt
weergegeven. – INST. MENU RESE T PAR..
2.
Druk de draaiknop in.
3.
Draai de draaiknop, om JA te selecteren.
4.
Bevestig de selectie door de draaiknop in te drukken.
5.
Druk de menutoets in om bij de oorspronkelijke weer-
gave te komen.
9.3
De veiligheidstemperatuurbegrenzer
resetten
2
1
1.
Controleer voor het resetten van de veiligheidstempe-
ratuurbegrenzer (1) of de werking niet door een laagta-
riefcontact of tijdprogrammering is uitgeschakeld.
2.
Controleer of de veiligheidstemperatuurbegrenzer van
de elektrische hulpverwarming vanwege oververhitting
geactiveerd is (> 87 °C) of door een defect geactiveerd
is.
3.
Demonteer de afdekkap. (→ Pagina 168)
4.
Zorg ervoor dat het verwarmingselement niet verkalkt
is.
5.
Druk op de knop (2) om de veiligheidstemperatuurbe-
grenzer te resetten.
Aanwijzing
De instelling van de veiligheidstemperatuur-
begrenzer mag niet veranderd worden.
8000015875_00 Installatie- en onderhoudshandleiding
9.4
Netaansluitkabel vervangen
2
3
4
5
1
6
1.
Als de netaansluitkabel van het product beschadigd is,
moet hij vervangen worden.
Aanwijzing
Alleen een erkend installateur mag de elek-
trische installatie uitvoeren.
2.
Demonteer de afdekkap. (→ Pagina 168)
3.
Verwijder de afdekking van de printplaat.
4.
Voer de bedrading uit. (→ Pagina 172)
5.
Leid de netaansluitkabel door de kabeldoorvoer aan de
achterkant van de schakelkast.
6.
Sluit de netaansluitkabel aan de voedingsaansluiting
van het product aan.
9.5
Reparatie afsluiten
1.
Monteer de afdekkap. (→ Pagina 168)
2.
Breng de stroomvoorziening tot stand.
3.
Open alle afsluitkranen.
4.
Schakel het product in. (→ Pagina 174)
5.
Controleer het product en de hydraulische aansluitin-
gen op werking en dichtheid.
10 Inspectie en onderhoud
10.1
Onderhoud en reparatie voorbereiden
1.
Stel het product buiten bedrijf.
2.
Verbreek de verbinding van het product met het elektri-
citeitsnet.
3.
Wacht tot de ventilator volledig tot stilstand is geko-
men.
4.
Sluit de afsluitkranten in het hydraulisch circuit.
5.
Sluit de afsluitkraan voor de veiligheidsgroep bij de
koudwateringang.
6.
Demonteer de afdekkap. (→ Pagina 168)
7.
Als u watervoerende componenten van het product wilt
vervangen, dan dient u het product leeg te maken.
8.
Zorg ervoor dat er geen water op stroomvoerende on-
derdelen (b.v. de schakelkast) druppelt.
9.
Gebruik alleen nieuwe afdichtingen.
179