2
Voor uw veiligheid
2.1
Doelgroepen
Dit document bevat informatie voor de elektromon-
teur en de exploitant. Voor bepaalde activiteiten is
kennis van de elektrotechniek vereist. Deze activi-
teiten mogen alleen worden uitgevoerd door een
elektromonteur en zijn gemarkeerd met het sym-
bool Elektromonteur.
1 "1.4 Gebruikte symbolen" [} 2]
Exploitant
De exploitant is verantwoordelijk voor het beoogde
en het veilige gebruik van het product. Dit omvat
ook de instructie van personen die het product ge-
bruiken. De exploitant is ervoor verantwoordelijk,
dat activiteiten, die vakkennis vereisen, worden uit-
gevoerd door een overeenkomstige vakkracht.
Elektromonteur
Elektromonteur is, wie op grond van zijn vakoplei-
ding, kennis en ervaringen alsmede kennis van de
toepasselijke bepalingen, de hem opgedragen acti-
viteiten kan beoordelen en mogelijke gevaren kan
herkennen.
2.2
Beoogd gebruik
Het product is bedoeld voor gebruik in particuliere
bereiken.
Het product is uitsluitend voorzien voor het opla-
den van elektrische en hybride voertuigen, hierna
"voertuig" genoemd.
n Laden conform modus 3 overeenkomstig
IEC 61851 voor voertuigen met niet-gassende
accu's.
n Contactmateriaal conform IEC 62196.
Voertuigen met gassende accu's kunnen niet wor-
den geladen.
Het product is uitsluitend bedoeld voor de vaste
wandmontage of montage aan een statiefsysteem
van Mennekes (bijvoorbeeld sokkel) binnen of bui-
ten.
In sommige landen is er een voorschrift, dat een
mechanisch schakelelement het laadpunt van het
net scheidt, wanneer een lastcontact van het pro-
duct is gelast (welding detection). Het voorschrift
kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd door een
shuntvrijgave.
Het product mag alleen met inachtneming van alle
internationale en nationale voorschriften worden
gebruikt. De volgende internationale voorschriften
of de desbetreffende nationale omzetting hiervan
moeten o.a. in acht worden genomen:
n IEC 61851-1
n IEC 62196-1
n IEC 60364-7-722
n IEC 61439-7
In uitleveringstoestand voldoet het product aan de
Europese, normatieve minimale eisen voor laad-
puntidentificatie volgens EN 17186. In sommige lan-
den zijn er aanvullende, nationale eisen, die ook in
acht moeten worden genomen.
Dit document en alle aanvullende documenten bij
dit product lezen, in acht nemen, bewaren en evt.
doorgeven aan de volgende exploitant.
2.3
Oneigenlijk gebruik
Het gebruik van het product is alleen veilig bij cor-
rect gebruik. Elk ander gebruik alsmede verande-
ringen aan het product zijn in strijd met het beoog-
de doel en daarom niet toegestaan.
Voor al het persoonlijk letsel en materiële schade,
die ontstaan door oneigenlijk gebruik, zijn de ex-
ploitant, de elektromonteur of de gebruiker verant-
NL
3