5.2
Voorbereidende werkzaamheden ter
plaatse
5.2.1 Voorgeschakelde elektrische installatie
De werkzaamheden in dit hoofdstuk mogen
alleen door een elektromonteur worden uit-
gevoerd.
GEVAAR
Brandgevaar door overbelasting
Bij een ongeschikt ontwerp van de voorgeschakel-
de elektrische installatie (bijvoorbeeld voedingslei-
ding) bestaat brandgevaar.
u Voorgeschakelde elektrische installatie ontwer-
pen overeenkomstig de geldende normatieve
vereisten, de technische gegevens van het pro-
duct en de configuratie van het product.
1 "4 Technische gegevens" [} 10]
Bij het leggen van de voedingsleiding
(doorsnede en leidingtype) altijd de volgen-
de plaatselijke omstandigheden in acht ne-
men:
n Type van plaatsing
n Leidinglengte
u Voedingsleiding en evt. stuur- / gegevenslei-
ding naar de gewenste locatie leggen.
Mogelijkheden van de montage
n Aan een wand
n Aan de staande voet van MENNEKES
Wandmontage:
de positie van de voedingsleiding moet aan de
hand van het meegeleverde boorsjabloon of aan
de hand van de afbeelding "Boormaten [mm]" wor-
den voorzien.
1 "5.5 Product aan de wand monteren" [} 14]
Montage aan een sokkel:
Deze is bij MENNEKES als toebehoren verkrijgbaar.
1 Zie installatiehandleiding van de sokkel
5.2.2 Veiligheidsvoorzieningen
De werkzaamheden in dit hoofdstuk mogen
alleen door een elektromonteur worden uit-
gevoerd.
Bij de installatie van de veiligheidsinrichtingen in de
voorgeschakelde elektrische installatie moet zijn
voldaan aan de volgende voorwaarden:
Aardlekschakelaar
n Nationale voorschriften moeten in acht
worden genomen (bijvoorbeeld
IEC 60364‑7‑722 (in Duitsland
DIN VDE 0100‑722)).
n In het product is een verschilstroomsen-
sor voor de DC-foutstroombewa-
king > 6 mA conform IEC 62955 geïnte-
greerd.
n Het product moet worden beschermd
met een aardlekschakelaar. De aardlek-
schakelaar moet minstens van het type A
zijn.
n Er mogen geen andere stroomcircuits op
de aardlekschakelaar worden aangeslo-
ten.
Verzekering van de voedingsleiding (bijvoorbeeld
installatieautomaat, NH-zekering)
n Nationale voorschriften moeten in acht
worden genomen (bijvoorbeeld
IEC 60364‑7‑722 (in Duitsland
DIN VDE 0100‑722)).
n De zekering van de voedingsleiding
moet o.a. met inachtneming van de type-
plaat, het gewenste laadvermogen en de
voedingsleiding (leidinglengte, diameter,
aantal buitenste geleiders, selectiviteit)
aan het product worden aangepast.
n De nominale stroom van de zekering
voor de voedingsleiding mag maximaal
40 A bedragen (met C-karakteristiek).
NL
13