BEVESTIGING VAN DE AANDRIJVINGEN
1. Bevestig de achterste aansluiting op de kolom volgens de
aanwijzingen in de tabel op de pagina hiernaast. Wijzig indien
nodig de meegeleverde aansluiting.
Het in acht nemen van de waarden in de tabel garandeert de
goede werking van de automatisering.
De achterste aansluiting rechtstreeks op de kolom lassen als
het gaat om een ijzeren kolom.
Opteer voor één van de volgende oplossingen indien het gaat
om een zuil in metselwerk:
- Een wandplaat inmetselen en de achterste aansluiting
lassen;
- De plaat voor de achterste aansluiting met schroeven
en pluggen aan de kolom bevestigen en de achterste
aansluiting op de plaat lassen.
2. De aandrijving aan de achterste aansluiting bevestigen (afb. 1);
3. De achterste aansluiting voor de helft op de stang
vastschroeven (scharnierkop) en vastzetten met de
meegeleverde moer (afb. 2);
4. De aandrijving deblokkeren;
5. De verchroomde stang volledig verwijderen;
6. De aandrijving weer blokkeren;
7. De voorste aansluiting op de stang monteren (afb. 3);
8. De poortvleugel sluiten en terwijl u de aandrijving perfect
horizontaal houdt, de positie voor de voorste aansluiting op de
poortvleugel zoeken (afb. 4);
9. De voorste aansluiting aan de hand van twee laspunten
tijdelijk op de poortvleugel bevestigen; bescherm de stang
tegen eventuele lasslakken.
10. De aandrijving deblokkeren, manueel controleren of de poort
ongehinderd kan worden geopend en gesloten tot tegen de
gemonteerde mechanische eindaanslagen. Controleer ook of
de verplaatsing van de poortvleugel soepel en regelmatig kan
verlopen, zonder wrijvingen.
11. De aandrijving tijdelijk van de aansluiting verwijderen en de
voorste aansluiting definitief op de poortvleugel lassen (afb. 5)
12. Bevestig opnieuw de stang aan de voorste aansluiting en
bevestig de stangafdekking op de aandrijving
13. De aandrijving weer blokkeren en de elektrische aansluitingen
met de elektronische apparatuur uitvoeren volgens de
aanwijzingen in de relatieve handleiding.
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
Fig. 4
Fig. 5
- 47 -