Motorolie
Vervang de motorolie (pagina 9).
Cilinder
1. Verwijder de bougie (pagina 10).
2. Giet 5 - 10 cc verse motorolie in de cilinder.
3. Trek een paar maal aan het startkoord om de olie gelijkmatig te
verdelen.
4. Breng de bougie terug
aan.
5. Trek langzaam aan het
startkoord tot u een lichte
weerstand voelt. Blijf
trekken tot de pijl [1]
samenvalt met de opening
[2] op de repeteerstarter.
Laat de handgreep van
het startkoord niet
schieten maar geleid hem
met de hand tot hij zich
terug in de uitgangspositie
bevindt. Zo zijn de inlaat-
en uitlaatklep gesloten en
kan geen vocht in de cilinder geraken.
DE POMP STALLEN
Bent u van plan de benzine in de tank en de carburator niet af te laten,
dan moet u maatregelen nemen om te vermijden dat de
benzinedampen exploderen. Kies daarom een goed verluchte ruimte
uit de buurt van toestellen die met een vlam werken, zoals gasovens,
verwarmingsketels, boilers, enz. Vermijd ook ruimten waarin
elektrische toestellen of elektrisch gereedschap wordt gebezigd die
vonken produceren.
Vermijd zo mogelijk ook ruimten met een hoge vochtigheidsgraad om
roest en corrosie te voorkomen.
Zet de benzinekraan op OFF om eventuele lekken uit te sluiten, tenzij
al de benzine werd afgetapt uit de tank.
Plaats de pomp op een vlakke ondergrond. Op een hellend oppervlak
kan benzine of motorolie uit de pomp lekken.
Controleer of de motor en de uitlaat zijn afgekoeld alvorens de pomp
af te dekken. Een hete motor of uitlaat kunnen sommige materialen
doen ontvlammen of smelten.
Vermijd plastic afdekzeilen omdat dit materiaal belet dat het eventueel
gecondenseerde vocht kan ontsnappen.
DE POMP OPNIEUW IN GEBRUIK NEMEN
Inspecteer de pomp zoals wordt beschreven in het hoofdstuk VÓÓR
HET STARTEN in dit instructieboekje (pagina 6).
Vul de tank met verse benzine wanneer die werd afgetapt tijdens de
voorbereidende werkzaamheden. Gebruikt u voor het bijtanken
benzine uit een jerrycan, controleer dan of die brandstof vers is.
Benzine oxideert en degenereert tijdens de opslag, waardoor het
starten moeilijk verloopt.
Wanneer tijdens de voorbereidende werkzaamheden olie in de
cilinder werd gegoten, kan het gebeuren dat de motor na het starten
eventjes rook produceert. Dit is volstrekt normaal.
14
[1]
[2]
NEDERLANDS
STORINGZOEKEN
De Motor Wil Niet Starten
Mogelijke oorzaak
Contactschakelaar OFF
Brandstofkraan is DICHT
Benzine is op
Oliepeil van de motor is laag
Benzine is oud; maaier
opgeborgen zonder benzine af te
tappen of te behandelen, of
bijgetankt met oude benzine
Bougie kapot, vuil of te grote
elektrode-afstand
Bougie nat van benzine
(verzopen carburateur)
Benzinefilter verstopt,
carburateur defect, ontsteking
defect, kleppen vast, enz.
Vermogen Daalt
Mogelijke oorzaak
Gashendel staat niet op snel
Luchtfilter is verstopt
Benzine is oud; maaier
opgeborgen zonder benzine af te
tappen of te behandelen, of
bijgetankt met oude benzine
Benzinefilter verstopt,
carburateur defect, ontsteking
defect, kleppen vast, enz.
Er Komt Geen Vloeistof Uit De Pomp
Mogelijke oorzaak
Het filter is verstopt
De zuigslangklemmen zitten los
De zuigkop is te hoog
De pomp is niet gevoed
De pomp pompt nog steeds niet
Luchtlek aan de zuigzijde
Oplossing
Schuif de hefboom van de
contactschakelaar naar de ON (AAN)
stand (pagina 6).
Draai brandstofkraan OPEN (pagina 6).
Vul benzine bij (pagina 11).
Vul met de aanbevolen olie tot het juiste
peil (pagina 9)
Laat de brandstoftank en de
carburateur leeglopen (pagina 15).
Vul bij met nieuwe benzine (pagina 12).
Vervang, ontkool bougie of stel
elektrode bij (pagina 10).
Laat bougie eerst drogen, start motor
met gas- hendel op snel.
Breng de pomp naar een erkende
servicedealer van Honda voor
reparatie.
Oplossing
Zet gashendel op snel.
Reinig of vervang de luchtfilter
(pagina 9).
Laat de brandstoftank en de
carburateur leeglopen (pagina 15).
Vul bij met nieuwe benzine (pagina 12).
Breng de pomp naar een erkende
servicedealer van Honda voor
reparatie.
Oplossing
Maak het filter schoon.
Maak de slangklemmen vast
(pagina 4).
Plaats de pomp op het juiste niveau
(pagina 6).
Voed de pomp (pagina 5).
Breng de pomp naar een erkende
servicedealer van Honda voor
reparatie.
Inspecteer de zuigslang koppelingen.
Zorg ervoor dat de koppelingen goed
vast zitten.
Zorg ervoor dat schroefdraadafdichting
tape is toegepast op de draden.