Instructie: Luchtbellen moeten kunnen
ontsnappen.
Oliesoort en vulhoeveelheid zie Techni-
sche gegevens.
Onderhoudswerkzaamheden met
weergave op het display
Symbool onderhoud van de pomp
Onderhoud uitvoeren.
Symbool onderhoud van de brander
Onderhoud uitvoeren.
Symbool onderhoud van de accessoires
Onderhoud uitvoeren.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Verwondingsgevaar door onverwacht star-
tend apparaat en elektrische schok. Voor
alle werkzaamheden aan het apparaat
moet het apparaat uitgeschakeld en de net-
stekker uitgetrokken worden.
Balkindicatie - vulpeil brandstof -
– Brandstoftank is leeg.
Brandstof bijvullen.
Balkindicatie - vulpeil
reinigingsmiddel 1 - gaat uit
– Reinigingsmiddeltank is leeg.
Reinigingsmiddel vullen.
Balkindicatie - vulpeil
reinigingsmiddel 2 - gaat uit
– Reinigingsmiddeltank is leeg.
Reinigingsmiddel vullen.
82
gaat uit
Symbool pomp
– Olietekort
Olie bijvullen.
Instructie: Bij olietekort wordt het apparaat
niet uitgeschakeld.
Symbool draairichting
Afbeelding 8
Polen op de apparaatstekker wisselen.
Symbool motor
– motor overbelast/oververhit
Apparaatschakelaar op „0/OFF" stellen.
Apparaat laten afkoelen.
Apparaat inschakelen.
– Storing treedt opnieuw op.
Klantendienst contacteren.
Symbool electriciteit
– Fout relais
Apparaatschakelaar op „0/OFF" stellen.
Apparaat inschakelen.
– Storing treedt opnieuw op.
Klantendienst contacteren.
– Fout in de spanningtoevoer.
Netaansluiting en netzekeringen con-
troleren.
– Stroomopname te groot.
Netaansluiting en netzekeringen con-
troleren.
Klantendienst contacteren.
– 11
NL