17.1 Veilige montage
Neem bij het monteren van het apparaat de
veiligheidsaanwijzingen in acht.
¡ De veiligheid is alleen gewaarborgd bij een
deskundige montage volgens de montage-
handleiding. De installateur is verantwoor-
delijk voor een goede werking op de plaats
van opstelling.
¡ Het apparaat na het uitpakken controleren.
Niet aansluiten in geval van transportscha-
de.
¡ Voor het eerste gebruik verpakkingsmateri-
aal en plakfolie verwijderen uit de binnen-
ruimte en van de deur.
¡ Bij de inbouw van accessoires dient u zich
te houden aan de beschrijving in de monta-
gebladen.
¡ Inbouwmeubels dienen bestand te zijn te-
gen een temperatuur van maximaal 90 °C,
aangrenzende voorzijden van meubels te-
gen een temperatuur van maximaal 65 °C.
¡ Het apparaat niet inbouwen achter een de-
cor- of meubeldeur. Er bestaat gevaar van
oververhitting.
¡ Voer uitsnijdingswerkzaamheden aan het
meubel uit voordat het apparaat wordt ge-
plaatst. Spanen verwijderen. Deze kunnen
invloed hebben op de werking van elektri-
sche componenten.
¡ Apparaten zonder stekker mogen alleen
door geschoold personeel worden aange-
sloten. Bij schade door een verkeerde aan-
sluiting kunt u geen aanspraak maken op
garantie.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Onderdelen die tijdens de montage toeganke-
lijk zijn, kunnen scherp zijn en tot snijletsels
leiden.
▶ Draag veiligheidshandschoenen
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en
niet-toegestane adapters is gevaarlijk.
▶ Geen verlengsnoeren of meervoudige stop-
contacten gebruiken.
17.2 Afmetingen van het apparaat
Hier vindt u de afmetingen van het apparaat.
17.3 Inbouwmeubel
Dit apparaat is uitsluitend voor inbouw bedoeld. Dit ap-
paraat is niet bedoeld voor gebruik op tafel of in een
kast.
De inbouwkast mag achter het apparaat geen achter-
wand hebben. Houd tussen de wand en de bodem van
de kast of de achterwand van de kast erboven een af-
stand van minstens 35 mm aan.
De inbouwkast moet aan de voorkant een ventilatieope-
ning van 50 cm² hebben. Hiervoor de sokkelplaat bij-
snijden of een ventilatierooster aanbrengen.
Ombouwmeubels zonder ventilatie-uitsparing moeten in
het achterste deel van de zijwanden een ventilatie-ope-
ning hebben van 200 cm².
Ventilatiesleuven en aanzuigopeningen mogen niet wor-
den afgedekt.
Het aansluitstopcontact van het apparaat dient zich in
het gebied van het gearceerde vlak
bouwruimte te bevinden.
Niet-bevestigde meubels moeten met een gebruikelijke,
in de handel verkrijgbare montagebeugel
wand worden bevestigd.
Montagehandleiding nl
of buiten de in-
aan de
23