Product wordt gelost uit uitlaat.
Controleer op membraanbreuken.
y
Controleer de strakheid van de (14) membraanschroef.
y
Luchtbellen in productontlading.
Controleer de aansluitingen van de aanzuigleidingen.
y
Controleer de 'O'-ringen tussen het inlaatspruitstuk en de
y
vloeistofdoppen aan de inlaatzijde.
Controleer de strakheid van de (14) membraanschroef.
y
Motor blaast lucht of valt uit.
Controleer de (176) terugslagklep op beschadiging of
y
slijtage.
Controleer op obstakels in klep/uitlaat.
y
PX10X-XXX-XXX-AXXX (nl)
PROBLEMEN OPLOSSEN
Laag uitgangsvolume, grillige of geen stroming.
Controleer de luchttoevoer.
y
Controleer of de afvoerslang is verstopt.
y
Controleer op geknikte (beperkende) uitlaatslang.
y
Controleer op geknikte (beperkende) of ingeklapte
y
inlaatslang.
Controleer op pompcavitatie - de diameter van de
y
aanzuigleiding moet minstens gelijk zijn aan de diameter
van de inlaatpompdraad voor een goede doorstroming als
vloeistoffen met een hoge viscositeit worden verpompt.
De afzuigslang moet niet-inklapbaar zijn en geschikt zijn
voor het aantrekken van een hoog vacuüm.
Controleer alle verbindingen op de inlaatspruitstukken en
y
aanzuigaansluitingen. Deze moeten luchtdicht zijn.
Controleer of zich in de pomp geen vaste objecten in de
y
membraankamer of het zitgedeelte bevinden.
NL
Pagina 49