5.4
Buffermodus
Tijdens de buffermodus houdt BAT 690 de laadtoe-
stand van de accu op peil, wanneer bij afgezette motor
verbruikers gevoed moeten worden. De uitgangsspan-
ning van de BAT 690 is een vlakke gelijkspanning en is
derhalve geschikt voor het bufferen van de elektrische
installatie met de voertuigaccu.
!
In de buffermodus met een LFP-accu dient bij het
invoeren van de parameters de informatie van de
accuproducent in acht te worden genomen (zie
hfdst. 6.1.1).
1. BAT 690 via de stroomkabel op het spanningsnet
aansluiten.
2. Rode laadklem op de pluspool (+) van de accu
aansluiten.
3. Zwarte laadklem op de minpool (–) van de accu
aansluiten.
4. BAT 690 met de aan-/uitschakelaar (afb. 1, pos.1)
inschakelen.
De rode LED (afb. 1, pos. 7) brandt.
Na de weergave van de accuspanning (vier secon-
den lang) wordt het menu "Bedrijfsmodus" weerge-
geven.
5. Bedrijfsmodus "Buffermodus" kiezen met
6.
indrukken.
De gele LED brandt (afb. 1, pos. 9).
De accu wordt na het herkennen van een ac-
cuspanning (min. 9 V bij 12 V-accu's en 18 V bij
24 V-accu's) gebufferd.
Afb. 6:
Buffermodus
1 Werkelijke waarden van spanning en stroom
2 Informatie over bedrijfsmodus, laadkabellengte en gekozen
parameterinstellingen
i
De parameterinstellingen worden in het menu "Con-
figuratie >> Parameters" gekozen (zie hfdst. 6.1).
7. Met
wordt de buffermodus gestopt.
De gele LED is uit.
Menu "Bedrijfsmodus" wordt weergegeven.
8. Aan het einde van de buffermodus BAT 690 uitscha-
kelen.
9. Laadklemmen van de accu verwijderen.
Robert Bosch GmbH
5.5
Stand-by
In stand-by kan BAT 690 de verbruikers in de auto in
plaats van een accu voeden. De stand-by is bijvoorbeeld
geschikt voor het wisselen van een accu, zodat de ver-
bruikers in de auto verder van stroom voorzien blijven
worden. De uitgangsspanning van de BAT 690 is een
vlakke gelijkspanning en is derhalve geschikt voor de
stand-by van de elektrische installatie ook zonder voer-
tuigaccu.
1. BAT 690 via de stroomkabel op het spanningsnet
aansluiten.
2. Rode laadklem op de pluspool (+) van de accu
aansluiten.
3. Zwarte laadklem op de minpool (–) van de accu
aansluiten.
4. BAT 690 met de aan-/uitschakelaar (afb. 1, pos.1)
inschakelen.
De rode LED (afb. 1, pos. 7) brandt.
Na de weergave van de accuspanning (vier secon-
den lang) wordt het menu "Bedrijfsmodus" weerge-
geven.
5. Bedrijfsmodus "Stand-by" kiezen met
6.
indrukken.
De gele LED knippert (afb. 1, pos. 9).
Voertuigspanning wordt na herkennen van een
of
.
accuspanning (minimaal 3 V bij 12 V-accu's en
17 V bij 24 V-accu's) ondersteund.
De voertuigaccu kan worden gewisseld.
Afb. 7:
Stand-by
1 Werkelijke waarden van spanning en stroom
2 Informatie over bedrijfsmodus, laadkabellengte en gekozen
parameterinstellingen
!
Het is belangrijk dat bij het opnieuw inbouwen van de
accu de accuklemmen met de juiste pool aangesloten
worden, anders kan de BAT 690 beschadigd worden.
i
De parameterinstellingen worden in het menu "Con-
figuratie >> Parameters" gekozen (zie hfdst. 6.1).
7. Met
wordt de stand-by gestopt.
De gele LED is uit.
Menu "Bedrijfsmodus" wordt weergegeven.
8. Aan het einde van de stand-by BAT 690 uitschakelen.
9. Laadklemmen van de accu verwijderen.
Bediening | BAT 690 | 171 |
of
|
1 689 989 234
2022-01-24
nl
.