De resterende acculading controleren
Druk op de testknop om de resterende acculadingen
te zien. De accu-indicatorlampjes geven per accu de
resterende acculading aan.
Toestand van accu-indicator
Aan
De trekkerschakelaar gebruiken
WAARSCHUWING:
brengt, controleert u eerst of de schakelhendel
goed werkt en bij loslaten automatisch naar de
oorspronkelijke stand terugkeert. Bediening van
het apparaat met een schakelaar die niet goed werkt
kan leiden tot ongecontroleerde bewegingen, met
kans op ernstig lichamelijk letsel.
OPMERKING: De grasmaaier start niet zonder dat
u de schakelknop indrukt, ook al trekt u de schakel-
hendel in.
OPMERKING: De grasmaaier start mogelijk niet
vanwege overbelasting wanneer u lang of dicht gras
in één keer probeert te maaien. Stel in dat geval de
maaihoogte hoger in.
Deze grasmaaier is voorzien van een contactslotscha-
kelaar en een handgreepschakelaar. Als er iets niet in
orde is met een van deze twee schakelaars, staakt u
dan onmiddellijk het gebruik en laat u ze controleren bij
uw dichtstbijzijnde erkende Makita-servicecentrum.
1.
Breng de accu's aan. Steek de contactsleutel in
het contactslot en sluit dan het accudeksel.
2.
Druk op de hoofdschakelaar.
3.
Druk op de schakelknop en houd deze ingedrukt.
4.
Pak de bovenste handgreep vast en trek de schakelhendel in.
► Fig.26: 1. Schakelknop 2. Bovenste handgreep
3. Schakelhendel
OPMERKING: Als de contactsleutel niet is geplaatst,
knippert het bedrijfslampje groen wanneer u de scha-
kelhendel inknijpt.
5.
Laat de schakelknop los zodra de motor begint te
draaien. De grasmaaier blijft draaien totdat u de scha-
kelhendel loslaat.
6.
Laat de schakelhendel los om de motor te stoppen.
Resterende
acculading
Uit
50% tot 100%
20% tot 50%
0% tot 20%
Alvorens u de accu aan-
De maaihoogte instellen
WAARSCHUWING:
van de maaihoogte nooit uw hand of voet onder
de grasmaaierbehuizing.
WAARSCHUWING:
gebruik zorgvuldig of de hendel juist in de gleuf
valt.
De maaihoogte is instelbaar binnen een bereik van 20
mm tot 75 mm.
Verwijder de contactsleutel en trek vervolgens de maai-
hoogte-instelhendel tot buiten het maaidek en verplaats
deze naar de gewenste maaihoogte.
► Fig.27: 1. Maaihoogte-instelhendel
Houd het voorhandvat met één hand vast en verplaats ver-
volgens de maaihoogte-instelhendel met de andere hand.
► Fig.28: 1. Maaihoogte-instelhendel 2. Voorhandvat
OPMERKING: De waarden voor de maaihoogte
mogen slechts als richtlijn worden gebruikt.
Afhankelijk van de toestand van het gazon en de
ondergrond, kan de daadwerkelijke gazonhoogte iets
afwijken van de ingestelde hoogte.
OPMERKING: Met een maaiproef in een min-
der opvallende plaats kunt u door uitproberen de
gewenste hoogte vinden.
Grasniveau-indicator
Afhankelijk van het land
De grasniveau-indicator geeft de hoeveelheid gemaaid
gras aan. Zolang de grasmand nog niet vol is, zal de
indicator blijven zweven terwijl de snijbladen draaien.
► Fig.29: 1. Grasniveau-indicator
Wanneer de grasmand bijna vol is, zal de indicator niet
meer zweven terwijl de snijbladen draaien. In dat geval
stopt u onmiddellijk het gebruik en leegt u de grasmand.
► Fig.30: 1. Grasniveau-indicator
OPMERKING: Deze indicator is slechts een grove
richtlijn. Afhankelijk van de toestand binnenin de gras-
mand,werkt deze indicator niet altijd goed.
De hoogte van de handgreep
afstellen
LET OP:
Voordat u de bouten verwij-
dert, houdt u de bovenste handgreep stevig
vast. Anders kan de handgreep vallen en letsel
veroorzaken.
De hoogte van de handgreep kan worden afgesteld op
drie hoogten.
1.
Draai de vingermoeren van de onderste handgreep los
en verwijder vervolgens de bouten, ring en vingermoeren.
► Fig.31: 1. Vingermoer 2. Ring 3. Bout
2.
Stel de hoogte van de handgreep af.
3.
Steek de bouten vanaf de binnenkant erdoor en
plaats ringen vanaf de buitenkant erop, en draai daarna
de vingermoeren vast.
64 NEDERLANDS
Plaats bij het instellen
Controleer vóór het