Zender voorbereiden
De zender heeft een oplaadbare batterij die u met de oplader kunt opladen. De batterij kan niet
worden vervangen. De zender moet vóór gebruik worden opgeladen. De oplader toont aan de hand
van een groen lampje de batterijstatus, en informeert u met een rood lampje over eventuele
problemen tijdens het oplaadproces. Zie Problemen oplossen, blz. 197 als het rode lampje brandt. De
oplader werkt op één AAA-alkalinebatterij.
Opmerking: Als de batterij niet goed geplaatst of bijna leeg is, werkt de oplader niet. Herhaal dan
de stappen voor het plaatsen van een nieuwe batterij.
Batterij in de oplader plaatsen
Batterij in de oplader plaatsen:
1. Druk het afdekplaatje van het batterijvak in en schuif het eraf (zoals in de afbeelding bij stap 3).
2. Plaats een nieuwe AAA-alkalinebatterij. Zorg dat de plus- en mintekens op de batterij (+/-)
overeenkomen met dezelfde tekens op de oplader.
3. Schuif het afdekplaatje weer op de oplader tot het op zijn plaats vastklikt.
Zender opladen
LET OP: Laad de zender altijd op voordat u uw sensor inbrengt. Een lege zender werkt niet.
Een volledig opgeladen zender kan minimaal zeven dagen worden gebruikt voordat de
batterij leeg is. Als de batterij van de zender helemaal leeg is, kan het opladen wel twee uur
duren.
179