5 Installatie
E
Hieronder ziet u een typische installatie. De installatie van de unit (a)
op deze manier garandeert een efficiënte werking en een goede
circulatie van koude lucht.
a
Zorg, indien mogelijk, voor een voorkamer in de koelruimte. Dit
voorkomt dat de koude lucht uit de vriezer stroomt.
Het voorkomt ook de instroom van buitenlucht met vocht, waardoor
condensatie (en ijs) op het oppervlak van de verdamper van de unit
ontstaat.
Als er geen voorkamer is, kan een luchtgordijn of een plastic gordijn
worden gebruikt om de instroom van buitenlucht te beperken.
Montagehandleiding
98
F
Als u meerdere units in een koelruimte installeert, installeer ze dan
zo dat ze niet worden beïnvloed door de koude luchtstroom tussen
de units:
▪ Minimale afstand "x" = 400 mm
▪ Minimale afstand "y" = 8 m
Als u geen andere keuze hebt dan ze tegenover elkaar te
installeren, houd dan voldoende afstand of blokkeer de koude
luchtstroom met een luchtgordijn.
x
x
5.2
Gereedschap nodig voor de
installatie
a
e
a
Kruiskopschroevendraaier met kruiskopbits
b
Platte schroevendraaier
c
Kruiskopschroevendraaier
d
Metrische moersleutelset (maat 13)
e
Zaag
f
Boormachine met boor Ø28 mm
INFORMATIE
Kies de juiste zaag in functie van de wanddikte van de
koelruimte. Zorg ervoor dat het zaagblad lang genoeg is
om door het hele wandpaneel te zagen.
y
b
c
d
f
LMSEY1A09/13 + LMSEY2A19/25
Daikin LMS
4P728170-1B – 2023.07