pyccкий
de veiligheid van de grasmaaier gehand‐
haafd blijft.
23.7
Veiligheidsinstructies voor
grasmaaiers met netvoeding
a) Gebruik de grasmaaier niet bij slecht weer,
vooral niet bij onweer. Dit vermindert het
risico om door de bliksem getroffen te wor‐
den.
b) Inspecteer het werkgebied grondig op wilde
dieren. Wilde dieren kunnen gewond raken
door de draaiende grasmaaier.
c) Onderzoek het werkgebied grondig en ver‐
wijder alle stenen, stokken, draden, beende‐
ren en andere vreemde voorwerpen. Wegge‐
slingerde onderdelen kunnen verwondingen
veroorzaken.
d) Voordat u de grasmaaier gebruikt, moet u
altijd controleren of het maaimes en het
maaiwerk niet versleten of beschadigd zijn.
Versleten of beschadigde onderdelen verho‐
gen het risico op letsel.
e) Controleer vóór gebruik het netsnoer en
eventuele verlengkabels op tekenen van
beschadiging of veroudering. Gebruik de
grasmaaier niet als het snoer beschadigd of
versleten is. Als het netsnoer tijdens het
gebruik beschadigd of versleten raakt, scha‐
kelt u de grasmaaier uit en raakt u het snoer
pas aan nadat u de stekker uit het stopcon‐
tact hebt getrokken. Een beschadigd net‐
snoer of verlengkabel kan een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel veroorza‐
ken.
Controleer de grasopvangbox regelmatig op
f)
slijtage of scheuren. Een versleten of
beschadigde grasopvangbox verhoogt het
risico op letsel.
g) Laat de beschermkappen op hun plaats.
Beschermkappen moeten operationeel zijn
en goed vastzitten. Een losse, beschadigde
of niet goed functionerende beschermkap
kan letsel veroorzaken.
h) Houd de luchtinlaatopeningen vrij van vuil.
Verstopte luchtinlaten en vuil kunnen leiden
tot oververhitting of brandgevaar.
Draag altijd antislip veiligheidsschoenen
i)
wanneer u de grasmaaier bedient. Werk
nooit op blote voeten of op open sandalen.
Dit vermindert het risico op voetletsel wan‐
neer de voet in contact komt met het draai‐
ende maaimes.
274
j)
Draag altijd een lange broek wanneer u de
grasmaaier bedient. Een onbedekte huid ver‐
hoogt de kans op verwondingen door uitge‐
worpen onderdelen.
k) Gebruik de grasmaaier niet in nat gras. Doe
het werk lopend, niet rennend. Dit vermindert
het risico op uitglijden en vallen, wat tot ver‐
wondingen kan leiden.
Gebruik de grasmaaier niet op te steile hel‐
l)
lingen. Dit vermindert het risico de controle
te verliezen, uit te glijden en te vallen, wat tot
verwondingen kan leiden.
m) Wanneer u op hellingen werkt, moet u ervoor
zorgen dat u stevig staat; werk altijd dwars
op de helling, nooit naar boven of naar bene‐
den, en wees uiterst voorzichtig wanneer u
van werkrichting verandert. Dit vermindert
het risico de controle te verliezen, uit te glij‐
den en te vallen, wat tot verwondingen kan
leiden.
n) Wees bijzonder voorzichtig bij achterwaarts
maaien of als u de grasmaaier naar u toe
trekt. Let altijd op de omgeving. Dit vermin‐
dert het risico van struikelen tijdens het werk.
o) Houd het netsnoer uit de buurt van de maai‐
messen. Een beschadigd netsnoer kan een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel
veroorzaken.
p) Schakel de maaier uit en trek de stekker uit
het stopcontact als het netsnoer vastzit of
beschadigd is. Vastzittende of beschadigde
snoeren kunnen het risico op elektrische
schokken verhogen.
q) Raak geen messen of andere gevaarlijke
onderdelen aan die nog in beweging zijn. Dit
vermindert het risico op verwondingen door
bewegende delen.
Zorg ervoor dat alle schakelaars zijn uitge‐
r)
schakeld en dat de stekker uit het stopcon‐
tact getrokken is voordat u bekneld materiaal
verwijdert of de grasmaaier schoonmaakt.
Onverwachte werking van de grasmaaier
kan ernstig letsel veroorzaken.
Содержание
1
Предисловие..........................................275
2
Информация к данному руководству по
эксплуатации......................................... 275
3
Обзор......................................................276
4
Указания по технике безопасности......277
0478-121-9926-A