Programmakeuzeschakelaar in stand
Rijden brengen.
Sleutelschakelaar op het bedieningspa-
neel op „0" stellen en sleutel verwijde-
ren.
Indien nodig de accu opladen.
Vers water aflaten
Bovenste uiteinde van de aftapslang
voor schoon water van de slangnippel
trekken.
Aftapslang boven een geschikte verza-
melinrichting neerlaten en schoon water
aflaten.
Waarschuwing
De vloeistof komt in een krachtige straal
naar buiten. Niet voor het slanguiteinde
gaan staan.
Frontpaneel wegnemen, daartoe eerst
omhoog kantelen en dan optillen.
Deksel van het verswaterreservoir ope-
nen.
Schoonwaterreservoir met zuiver water
(max. 60°C) uitspoelen.
Aftapslang opnieuw op de slangnippel
steken.
Wanneer het apparaat uitgezet wordt,
moet het deksel van het schoonwaterre-
servoir open blijven.
Reinigingsmiddelsysteem controle-
ren
Frontpaneel wegnemen, daartoe eerst
omhoog kantelen en dan optillen.
Deksel met zuigslang en filter van het
reinigingsmiddelreservoir schroeven en
in een bak met zuiver water hangen.
Schakelaar Ontluchten voor elk reser-
voir gedurende 30 seconden indrukken.
Indien het reinigingsmiddel in het reini-
gingsmiddelreservoir moet blijven:
bijgevoegd deksel zonder opening voor
de zuigslangen op het reinigingsmiddel-
reservoir schroeven.
Indien het reinigingsmiddel uit het reservoir
verwijderd moet worden:
inhoud van het reservoir naar boven
van de vulopening vers water optillen.
Telkens een reservoir afsluiten met een
van de bijgevoegde deksels en het an-
dere reservoir uitgieten.
Beide reservoirs met zuiver water spoe-
len.
Vuil water aflaten
Waarschuwing
Lokale voorschriften inzake de behandeling
van afvalwater in acht nemen.
Frontpaneel wegnemen, daartoe eerst
omhoog kantelen en dan optillen.
Aftapslang vuil water uit de houder ne-
men.
Deksel van de aftapslang schroeven.
Aftapslang boven een geschikte verza-
melinrichting neerlaten en vuil water af-
laten.
Waarschuwing
De vloeistof komt in een krachtige straal
naar buiten. Niet voor het slanguiteinde
gaan staan.
38
Nederlands
Deksel vuilwaterreservoir verwijderen.
Vuilwaterreservoir met zuiver water
(max. 60°C) uitspoelen.
Deksel van de aftapslang aanbrengen
en vastdraaien.
Aftapslang in de houder hangen.
Frontpaneel aanbrengen.
Wanneer het apparaat uitgezet wordt,
moet het deksel van het vuilwaterreser-
voir open blijven.
Onderhoud
Gevaar
Verwondingsgevaar! Voor alle werkzaam-
heden aan het apparaat de sleutelschake-
laat op „0" stellen en de sleutel uittrekken.
Accustekker uittrekken.
Vuilwater en resterend schoon water af-
laten en verwijderen.
Onderhoudsschema
Dagelijks
Waarschuwing
Beschadigingsgevaar. Apparaat niet met
water afspuiten en geen agressieve reini-
gingsmiddelen gebruiken.
Voor werkbegin:
Bij natte accu's het zuurpeil controleren
en indien nodig gedestilleerd water na-
vullen.
Borstels controleren op een correcte
montage.
Controleren of de aftapslangen correct
bevestigd en afgesloten zijn.
Deksel van het vuil- en schoonwaterre-
servoir controleren op dichtheid.
Toestand van de banden controleren.
Sproeibeeld van de sproeiers controle-
ren.
Indien nodig sproeiers reinigen.
Na werkzaamheden::
Borstels op slijtage controleren, indien
nodig vervangen.
Onderkant van de reinigingskop reini-
gen.
Vuil water aflaten.
Vuilwaterreservoir met zuiver water uit-
spoelen.
Schoonwatertank reinigen.
Filter vers water reinigen.
Zuigbalk reinigen.
Apparaat aan de buitenkant met een
vochtige, in mild zeepsop gedrenkte
doek reinigen.
Apparaat op beschadigingen controle-
ren.
Reinigingsmiddelsysteem spoelen.
Deksel schoon- en vuilwatertank niet
sluiten zodat de tanks kunnen drogen.
Accu laden.
Alle 50 bedrijfsuren
Borstelwalsen vooraan en achteraan
wisselen.
Bovenkant van de batterijen reinigen.
Accupool op oxidatie controleren, in-
dien nodig schoonborstelen en met
poolvet invetten. Op stevige zitting van
de verbindingskabels letten.
Bij niet-onderhoudsvrije accu's, zuur-
dichtheid van de cellen controleren.
Alle 100 bedrijfsuren
Behuizing van de batterijen en batterij-
ruimte reinigen.
Aandrijfas en zwenkwielen smeren.
Alle 200 bedrijfsuren
Gewrichten aan de ophanging van de
reinigingskop reinigen.
Koolborstels en commutator van alle
motoren controleren op slijtage. *
* Uitvoering door klantendienst.
Jaarlijks
Voorgeschreven inspectie door klanten-
dienst laten uitvoeren.
Onderhoudswerkzaamheden
Onderhoudscontract
Ter verzekering van een betrouwbare wer-
king van het apparaat kunt u met het be-
voegde Kärcher-verkoopkantoor een
onderhoudscontract afsluiten.
Borstelwalsen vervangen
Sleutelschakelaar bij een opgetilde rei-
nigingskop op „0" stellen.
Sluiting van de behuizing van de reini-
gingskop openen.
Behuizing wegnemen.
1 Lagerbok
2 Borgplaat
3 Borstelrol
Borgplaat naar boven buigen en lager-
bok naar beneden verwijderen.
Borstelwals van de meenemer trekken
en eruit nemen.
Lagerbok van de borstel trekken.
Lagerbok op de nieuwe borstelwals ste-
ken.
Borstelwals op de meenemer steken en
verdraaien tot de meenemerstift in de
borstel vastklikt.
Lagerbok in het apparaat plaatsen en er
zover inschuiven tot de borgplaat vast-
klikt.
Proces herhalen met de tweede borstel-
wals.
Sproeiers reinigen.
Sluiting van de behuizing van de reini-
gingskop openen.
Behuizing wegnemen.