apparaat niet stationair is en het zaagblad naar
buiten beweegt wanneer de zaag schuin wordt
geplaatst.
HET JUISTE KANAAL GEBRUIKEN (AFB. 19–21)
De grondplaat van de zaag bestaat uit twee kanalen.
Het ene kanaal is voor het maken van parallelle
zaagsneden en het andere kanaal is voor het maken
van schuine zaagsneden.
De indicators aan de voorzijde van de grondplaat
(afb. 19) geven aan welk kanaal bestemd is voor
welke applicatie. Wanneer u zaagsneden maakt, is
het belangrijk dat de lijn op de grondplaat op één lijn
staat met het kanaal op de geleiderail. Afbeelding 20
toont de zaag in de parallelle zaagstand ten opzichte
van de geleiderail. Afbeelding 21 toont de zaag in de
stand voor schuine zaagsneden ten opzichte van de
geleiderail.
Voor ingebruikneming
• Controleer dat de beschermkappen goed zijn
gemonteerd. De zaagbladbeschermkap moet
gesloten zijn.
• Controleer dat het zaagblad draait in de richting
van de pijl op het zaagblad.
• Gebruik geen zeer versleten zaagbladen.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige
aanpassing maakt of hulpstukken
of accessoires verwijdert/installeert.
Wanneer het gereedschap per ongeluk
wordt gestart, kan dat letsel tot gevolg
hebben.
Juiste positie van de handen
(afb. 22)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
Voor een juiste plaatsing van uw handen zet u één
hand op de hoofdhandgreep (c) en de andere op de
hulphandgreep (f).
In- en uitschakelen (afb. 1)
Om veiligheidsredenen is de Aan/Uit-schakelaar
(a) van uw gereedschap voorzien van een
vergrendelknop (b).
Ontgrendel het gereedschap door de
vergrendelknop in te drukken.
U kunt de machine in werking zetten door op de
Aan/Uit-schakelaar (a) te drukken.
Zodra u de Aan/Uit-schakelaar loslaat wordt de
vergrendelknop automatisch ingeschakeld zodat
wordt voorkomen dat de machine onbedoeld wordt
gestart.
OPMERKING: Schakel het
gereedschap niet IN of UIT wanneer
het zaagblad het werkstuk of andere
materialen raakt.
Ondersteuning van het werkstuk
(afb. 23–26)
WAARSCHUWING: Beperk het
risico van ernstig persoonlijk
letsel, ondersteun het werkstuk
goed en houd de zaag stevig vast
zodat u niet de controle over het
gereedschap kunt verliezen.
Afbeeldingen 23 en 25 laten de juiste zaagpositie
zien. afbeeldingen 24 and 26 laten een onveilige
werksituatie zien. Handen mogen niet in de buurt
komen van het zaaggebied en het netsnoer wordt
weggeleid van het zaaggebied zodat het niet
bekneld of in de war raakt bij het werken.
Vermijd terugslag, ondersteun ALTIJD board-
en plaatmateriaal DICHTBIJ de zaagsnede,
(afb. 23 en 25). ONDERSTEUN board- of
plaatmateriaal NIET ver van de zaagsnede verwijderd
(afb. 24 en 26). Houd, wanneer u met de zaag
werkt, het netsnoer uit de buurt van het zaaggebied
en zorg ervoor dat het niet bekneld kan raken
tussen het werkstuk.
TREK ALTIJD DE STEKKER VAN DE ZAAG UIT HET
STOPCONTACT VOORDAT U AANPASSINGEN
UITVOERT! Plaats het werk met de "goede" zijde —
de zijde die er het mooist moet uitzien — omlaag.
De zaag zaagt naar boven, dus splinters zullen te
zien zijn op de zijde van het werkstuk die omhoog
gericht is tijdens het zagen.
NEDERLANDS
109