Dräger Flame 5000 Instrucciones De Uso página 91

Bedradingsschema in de relaismodus
1 7
8 14
6
5
4
3
2
1
Indien de detector op de bovengenoemde manier is aangesloten en het
brandalarm is gesignaleerd terwijl de alarmweerstand is aangesloten tussen
aansluiting 12 en 13, dan wordt de alarmweerstand tussen aansluiting 3 en 4
weergegeven. De EOL-weerstand die is aangesloten tussen aansluiting 10 en
11 wordt normaal gesproken tussen aansluiting 3 en 4 weergegeven en in het
geval van een onderbreking wordt de weerstand als een open stroomkring
weergegeven. Indien aansluiting 3 en 4 worden losgekoppeld van het
controlesysteem en de polariteit tussen voedingsaansluiting 1 en 2 wordt
omgekeerd, bieden deze draden vervolgens een RS485-verbinding met de
detector. Deze verbinding kan vervolgens worden gebruikt om informatie naar
de detector te uploaden of van de detector te downloaden.
Gebruiksaanwijzing |
Dräger Flame 5000
3.2.5
In de volgende tabel wordt een overzicht van functies voor elke aansluiting
weergegeven indien de detector in de 4-20 mA-modus wordt gebruikt.
Aansluiting
+24 V
0 V
A
Video +ve
B
Video -ve
Naar brandmeldpaneel
VID+
Vanuit brandmeldpaneel
0 VDC
VID-
+24 VDC
485A
+24 V
0 V
C
D
ALRM
ALRM
485B
4-20 mA-verbindingen
Nr. van aansluiting
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
| nl
Installatie
Beschrijving
+24 V-voeding A
0 V-voeding A
Aangesloten op +24 volt
in het paneel
4-20 mA-bron
Video +Ve
Video -Ve
RS485-aansluiting +Ve
+24 V-voeding B optio-
neel
0 V-voeding B optioneel
Niet gebruikt
Niet verbinden
Niet verbinden
Niet gebruikt
RS485-aansluiting -Ve
91