Er is een gevarieerd aanbod aan toepassingsgerichte
zaagbladen beschikbaar.
VOORZICHTIG: Om het risico op schade
aan het werkstuk te beperken, moet u altijd
uw zaagblad met zorg uitkiezen.
Het aanpasbare zaagblok instellen (fi g. 5)
Het zaagblok kan worden aangepast om de diepte van
de zaagsnede te beperken en de levensduur van het
zaagblad te verlengen.
1.
Druk en houd de ontkoppeling van het zaagblok
vast (k).
2.
Schuif het zaagblok (d) in een van de drie
instellingen.
3.
Laat de ontkoppeling van het zaagblok los.
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING!
•
Neem altijd de veiligheidsinstructies en
de geldende voorschriften in acht.
•
Zorg dat het te zagen materiaal goed is
vastgezet.
•
Druk zachtjes tegen het werktuig;
vermijd het uitoefenen van druk op de
zijkant van het zaagblad. Indien mogelijk
werkt u met het zaagblok tegen het
werkstuk aangedrukt. Hiermee wordt
schade aan het blad voorkomen en gaat
het werktuig niet schudden en trillen.
•
Vermijd overbelasting.
•
Laat het blad enkele seconden
ronddraaien voordat u gaat zagen.
WAARSCHUWING: Draag ALTIJD een
stofmasker. Blootstelling aan stofdeeltjes
kan leiden tot ademhalingsmoeilijkheden en
mogelijke letsels.
Vergewis u er vóór gebruik van dat uw accu (volledig)
geladen is.
BEDIENING
WAARSCHUWING: Schakel het toestel uit
en koppel de accu los alvorens accessoires
te plaatsen of te verwijderen, aanpassingen
te doen of herstelwerkzaamheden uit te
voeren. Vergrendel de drukschakelaar
wanneer het toestel niet wordt gebruikt of is
opgeborgen.
WAARSCHUWING: Draag altijd de juiste
gehoorbescherming. Onder sommige
omstandigheden en bij langdurig gebruik
kan lawaai van dit product bijdragen aan
gehoorverlies.
Aan- en uitzetten (fi g. 1)
Om veilligheidsredenen is de variabele
snelheidsschakelaar (a) uitgerust met een
vergrendelingsknop (b).
1.
Druk op de vergrendelingsknop (b) om het
werktuig te ontgrendelen.
2.
Om het werktuig te gebruiken, drukt u op
de variabele snelheidsschakelaar (a). De
druk die uitgeoefend wordt op de variabele
snelheidsschakelaar bepaalt de snelheid van het
werktuig.
3.
Om het werktuig te stoppen, laat u de schakelaar
los.
VOORZICHTIG: Zet het werktuig niet op
ON of OFF als het zaagblad het werkstuk of
andere materialen aanraakt.
Hout zagen
•
Zet het werkstuk stevig vast en verwijder alle
spijkers en metalen objecten.
•
Houd het werktuig met beide handen vast, werk
met het zaagblok tegen het werkstuk gedrukt.
De zaag in het hout steken
1.
Laat het zaagblok op een zodanige wijze op het
werkstuk rusten dat het blad een goede hoek voor
de insteek vormt.
2.
Schakel het werktuig aan en zet het blad er
langzaam in. Zorg dat het zaagblok altijd in
contact blijft met het werkstuk.
Uitzagen
1.
Meet en markeer waar u uit wilt zagen.
2.
Met een klein zaagblad en terwijl de onderkant
van het zaagblok op het werkstuk rust, zorgt
u dat het blad op de zaaglijn is gepositioneerd.
Indien nodig, bijv. in kleine ruimtes, gebruikt u de
buitenkant van het zaagblok als uw richtlijn.
3.
Schakel het werktuig aan en voer op hoge snelheid
het blad in het materiaal, terwijl u het werktuig
stevig tegen het werkstuk aangedrukt houdt.
Stof afzuigen
Als het werktuig langere tijd binnenshuis wordt
gebruikt, kunt u een geschikte stofafzuiger gebruiken
in overeenstemming met de geldende richtlijnen ten
aanzien van de uitstoot van stof.
Metaal zagen
•
Als u dun metaal zaagt, stabiliseert u het werkstuk
aan beide kanten met hout. Op deze wijze ontstaat
115
N E D E R L A N D S