HULP BIJ PROBLEMEN
de ventilator niet werkt.
de ventilator werkt.
De lichtbron is niet aan het
lichtnet
aangesloten.
De
stroomschakelaar
niet
ingeschakeld.
Het lampendeksel is niet
korrekt
gemonteerd.
Eèn of beide zekeringen zijn
doorgebrand.
De stroomkabel is
beschadigd. Dit kan tot
onderbrekingen in de
funktie
leiden.
Het stopkontakt in de wand
is niet aan het lichtnet
aangesloten.
De lamp kon voor het
inschakelen
niet
genoeg
afkoelen.
De lichtbron is oververhit.
De lamp is doorgebrand.
25
Sluit de stroomkabel aan
het lichtnet aan.
is
Druk op de ,,I" kant van
de
schakelaar.
Verwijder het lampen-
deksel en breng het
zorgvuldig
waarbij de lip aan de
onderkant in de voorzi
jde van het vak moet
passen, en de hand-
schroef goed moet zijn
aangedraaid.
Vervang beide zekerin
gen. Volg daarbij de
instructies in het betref
fende
hoofd-stuk.
de zekeringen weer door-
branden, moet de licht
bron naar een geau-
toriseerde
Vervang de stroomka
bel door een nieuwe.
Controleer of de met
het stopcontact ver-
bonden hoofdzekering
uitgeschakeld is, en of
andere
verbruikers
het
stopcontact
kriigen.
Wacht minstens 15
seconden na het uit
schakelen
lichtbron
ingeschakeld.
Controleer alle ventilatie-
openingen en de ventila
torruimte
De lichtbron moet steeds
minstens 8 cm vrije
ruimte
hebben.
Vergang
een nieuwe Sölarc'" lamp
uit.
Raadpleeg
het betreffende hoofdstuk.
weer
aan,
Indien
reparateur.
van
stroom
voordat
de
weer
wordt
op
hidernissen.
de lamp voor
daartoe