Fout
Betekenis
ERROR 6
Zelftest mislukt
ERROR 7
Onderspanning
(ingangsspanning geduren-
de 5 sec lager dan 180 V)
ERROR 8
Overspanning
(ingangsspanning ligt gedu-
rende 5 sec boven 275 V)
ERROR 9
Fout relaiscontact
ERROR 10
Fout interne component
(relais)
ERROR 11
De temperatuur van de
laadkabel is te hoog
(hoger dan 80 °C)
ERROR 13
PE-test mislukt
ERROR 14
CP-spanning verkeerd
ERROR 15
Kortsluitkabel
(CP of PE)
ERROR 16
Fasefout
ERROR 17
Faseverlies
ERROR 19
RS485-master-fout
ERROR 20
RS485-slave-fout.
Verbinding met de master-
laadunit is verbroken.
ERROR 21
RS485-adresfout
ERROR 22
Controle van stroom
90
NL/BE
Oplossing
Verbreek de verbinding van het apparaat met het
voertuig en van het stroomnet. Start het laadproces
dan opnieuw. Als de fout opnieuw optreedt, stuurt
u de laadunit ter reparatie naar de dealer.
Automatisch herstellen van het laadproces, wanneer
de spanning binnen 5 seconden hoger wordt dan
190 V.
Automatisch hervatten van het laadproces, wanneer
de spanning binnen 5 seconden lager wordt dan
265 V.
Verbreek de verbinding van het apparaat met de auto
en het stroomnet. Start het laadproces dan opnieuw.
Verbreek de verbinding van het apparaat met het
voertuig en van het stroomnet. Stuur de laadunit ter
reparatie naar de dealer.
Automatisch hervatten van het laadproces, wanneer
de kabeltemperatuur lager wordt dan 70 °C.
Controleer de randaarding en de PE-kabel.
Verbreek de verbinding van het apparaat met het
voertuig. Start het laadproces dan opnieuw.
Verbreek de verbinding van het apparaat met het
voertuig. Start het laadproces dan opnieuw.
Verbreek de verbinding van het apparaat met het
voertuig en van het net. Controleer alle aansluitingen.
Start het laadproces dan opnieuw.
Verbreek de verbinding van het apparaat met het
voertuig en van het net. Controleer alle aansluitingen.
Start het laadproces dan opnieuw.
Er mag slechts één apparaat als master worden
ingesteld.
Controleer de RS485-kabel en zorg ervoor dat de
master-laadunit is ingeschakeld.
Controleer de instellingen. Mogelijk moet de
printplaat worden vervangen.
Verbreek de verbinding van het apparaat met de auto
en het stroomnet. Start het laadproces dan opnieuw.
Als de fout opnieuw optreedt, stuurt u de laadunit ter
reparatie naar de dealer.