GEVAAR
Gebruik zonder straalbuis
Gevaar voor letsel
Gebruik het apparaat nooit zonder gemonteerde straal-
buis.
Controleer voor elk gebruik of het mondstuk stevig vast-
zit. De schroefverbinding van de straalbuis moet hand-
vast zijn vastgedraaid.
GEVAAR
Hogedrukwaterstraal
Gevaar voor letsel
Bevestig de trekker en de veiligheidshendel nooit in ge-
activeerde positie.
Gebruik het hogedrukpistool niet als de veiligheidshen-
del beschadigd is.
Plaats voor alle werkzaamheden aan het apparaat de
veiligheidsgrendel van het hogedrukpistool naar voren.
Houd de hogedrukpistool en de straalbuis met beide
handen vast.
LET OP
Gebruik met een lege brandstoftank
Vernieling van de brandstofpomp
Gebruik het apparaat nooit met een lege brandstoftank.
Hogedrukpistool openen/sluiten
1. Hogedrukpistool openen: De veiligheidshendel en
de trekker bedienen.
2. Hogedrukpistool sluiten: De veiligheidshendel en de
trekker loslaten.
Mondstuk vervangen
1. Schakel het apparaat uit en bedien het hogedruk-
pistool tot het apparaat drukloos is.
2. Beveilig het hogedrukpistool; duw hiervoor de veilig-
heidsgrendel naar voren.
3. Vervang de nozzle.
Apparaat inschakelen
1. De apparaatschakelaar in de gewenste bedrijfsmo-
dus zetten. De controlelamp Bedrijfsgereedheid
brandt. Het apparaat start kort en schakelt uit, zodra
de werkdruk is bereikt.
Instructie
Als het controlelampje Draairichting brandt tijdens ge-
bruik, het apparaat onmiddellijk uitschakelen en de sto-
ring verhelpen. Zie hulp bij storingen.
2. Ontgrendel het hogedrukpistool; duw hiervoor de
veiligheidsgrendel naar achteren. Bij bediening van
het hogedrukpistool schakelt het apparaat weer in.
Instructie
Als er geen water uit de hogedruknozzle treedt, de
pomp ontluchten. Zie hulp bij storingen - apparaat
bouwt geen druk op.
Reinigingstemperatuur instellen
● 30 °C tot 98 °C: Reinig met heet water.
● 100 °C tot 150 °C: Reinig met stoom.
1. Stel de apparaatschakelaar in op de gewenste tem-
peratuur.
2. Bij gebruik met stoom: Vervang de hogedruksproei-
er (roestvrij staal) door de stoomsproeier (messing)
(zie Gebruik met stoom).
Werkdruk en opvoerhoeveelhid instellen
Druk-/volumeregeling van de pompeenheid
1. Draai de regelspindel met de klok mee: de werkdruk
verhogen (MAX).
2. Draai de regelspindel tegen de klok in: de werkdruk
verlagen (MIN).
76
Druk-/volumeregeling op het hogedrukpistool
GEVAAR
Gevaar door losse straalbuis
Gevaar voor letsel
Let er bij het instellen van de druk-/hoeveelheidsrege-
ling op dat de schroefverbinding van de straalbuis niet
losraakt.
Instructie
Wil je langdurig met gereduceerde druk werken, stel de
druk dan in op de druk-/volumeregeling van de pom-
peenheid.
1. Stel de apparaatschakelaar in op max. 98 °C.
2. Stel de werkdruk op de druk-/volumeregeling van de
pompeenheid in op de maximale waarde.
3. Stel de werkdruk en het volume in door de druk-/vo-
lumeregeling op het hogedrukpistool te draaien
(traploos) (+/-).
Gebruik met reinigingsmiddel
● Gebruik spaarmiddelen spaarzaam om het milieu te
beschermen.
● Het reinigingsmiddel moet geschikt zijn voor het te
reinigen oppervlak.
Instructie
De richtwaarden op het bedieningspaneel hebben be-
trekking op de maximale werkdruk.
Instructie
Als reinigingsmiddel uit een externe container moet
worden aangezogen, de reinigingsmiddelzuigslang
door de uitsparing naar buiten leiden.
1. Stel de concentratie van het reinigingsmiddel in met
het doseerventiel voor het reinigingsmiddel volgens
de instructies van de fabrikant.
Instructie
De hogedrukstraal altijd eerst vanaf grotere afstand op
het te reinigen object richten om beschadiging door te
hoge druk te voorkomen.
1. Stel de werkdruk en reinigingstemperatuur in op ba-
sis van het te reinigen oppervlak.
Aanbevolen reinigingsmethode
1. Vuil losmaken: Sproei het reinigingsmiddel er spaar-
zaam op en laat het 1 ... 5 minuten inwerken, maar
niet opdrogen.
2. Vuil verwijderen: Het losgeweekte vuil met de hoge-
drukstraal wegspoelen.
Gebruik met koud water
Voor het verwijderen van lichte vervuiling en voor spoe-
len, bijv. tuingereedschap, terras, gereedschap.
1. Stel de gewenste werkdruk in.
Het apparaat werkt in het meest rendabele tempera-
tuurbereik (max. 60 °C).
Gebruik met heet water/stoom
Aanbevolen reinigingstemperaturen
● 30-50 °C: Lichte vervuiling
● Max. 60 °C: Eiwithoudend vuil, bijv. in de levensmid-
delenindustrie
● 60-90 °C: Autoreiniging, machinereiniging
● 100-110 °C: Ontconserveren, sterk vette vervuiling
● Tot 140 °C: Ontdooien van toeslagmaterialen, ge-
deeltelijke gevelreiniging
Nederlands
Reiniging
Eco-niveau