Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Het inleggen van de batterijen
1' Overtuig u eryan dat de flitser middels de hoofdschakelaar
is uitgeschakeld en schuif vervolgens
het batterijdeksel open gig.2).
2. Plaats vier AA batterijen in het batterijcompartiment.
Let er op dat de plus- en minpolen op de
iuiste wijze worden geplaatst volgens de aanduiding in het batterijcompartiment
(fig.3).
3. Sluit vervolgens het deksel.
4. Schakel de flitser in met behulp van de hoofdschakelaar.
5' Na enkele seconden zal het OK-lampje oplichten als teken dat de flitser voor gebruik gereed is.
IWanneer de batterijspanning
onvoldoendo is, of in geval van een elektronische informatiefout,
wordt dit door een knipperende zoompositie indicator aangegeven.
Het bevestigen en verwijderen van de flitser
Schakel de flitser met de hoofdschakelaar uit. Schuif vervolgens het flitsvoetje van de flitser in het
flitsschoentje van de camera. Draai de vastzetring van het voetje vast (fig.4)(fig.5).
IWanneer u de flitser bevestigt of verwijdert pak deze dan bij de onderzijde vast om beschadiging
van het flitsvoetje of flitsschoentje te voorkomen.
Ilndien de ingebouwde flitser van de camera omhoog staat, klap deze dan in v66r u de flitser op
de camera aanbrengt.
IOm de flitser te verwijderen draait u de vastzetring in de tegenovergestelde
richting van de
Lock-markering.
Verwijder de flitser van de camera.
DDL Mode
De DDL mcde voorziet de opname van de correcte belichting en controleert de hoeveelheid
flitslicht.
1. Stel de camera in op volledig automatisch (P / PICT).
2. Schuif de flitsschakelaar in de stand TTL,
illndien het flitshoek- indicatielampje knippert als u de flitser aanzet dient u zoomreflector in de
normale gebruiksstand (0) te zetten.
3. Stel het beeld scherp.
4. Nadat de flitser volledig is opgeladen zal het indicatielampje in de zoeker oplichten. Daarnadrukt
u d e o n t s p a n k n o p h e l e m a a l i n .
r1**
,.a3*-*jglgl--
lNadat een opname is gemaakt en de belichting correct is uitgevoerd, zal het flits-klaar lampje
knipperen. Als het flits-klaar lampje niet knippert, betekent, dit dat er onvoldoende flitslicht was
voor de betreffende situatie. Maak dan een nieuwe opname dichterbij het onderwerp.
tHet AF hulplicht automatisch worden ingeschakeld wanneer u op een donker onderwerp scherp
stelt. Het effectieve afstandbereik is ongeveer 9m.
fAls de flitser geheel opgeladen is, verschijnt het flitsklaarlampje in de zoeker. Als deze niet
verschijnt staat de camera wellicht op een zeer lange sluitertijd zonder flitssynchronisatie.
llndien de flitser enige tijd niet wordt gebruikt zal hij zich na ongeveer 180 sec. automatisch
uitschakelen om energie te sparen. Om de flitser weer in te schakelen drukt u op de testknop of
de ontspanknop van de camera half in. Let op: het automatische uitschakelen zal niet werken als
de flitser in de "slave" stand staat.
Ilndien
u objectieven van het type FA / F gebruikt zal de zoomreflector automatisch op het
ingestelde brandpunt van uw objectief worden ingesteld. Indien er'een andere combinatie wordt
gebruikt zal de zoomhoek automatisch op 28mm worden ingesteld.
IZie (tabel 1) voor de effectieve afstandbereiken.
Het gebruik van de flitser bij andere camera instellingen
Sluitertijd voorkeuze
Als u de gewenste sluitertijd heeft ingesteld zal de camera de juiste diafragmawaarde instellen. U
kunt geen sluitertijd kiezen die sneller is dan de flitssynchronisatie.
Diafragma voorkeuze
Als u de gewenste diafragmawaarde hebt ingesteld zal de camera de juiste sluitertijd kiezen om de
achtergrond goed te belichten.
Handmatlge instelling (M mode)
U kunt de gewenste sluitertijd en diafragmawaarde instellen.
maximale flitssynchronisatietijd
tot "Bulb".
Handmatige flitsi nstelli ng
Deze flitser kan in de handmatige stand worden gebruikt met
van de lichthoe veelheid.
1.Stel het belichtingsprogramma van de camera in op manual (M-instelling)'
2.Schuif de flitsschakelaar in de stand MH (100% flitslicht) of naar ML (1/16 flitshoeveelheid).
3.Stel scherp op het onderwerp en stel het diafragma in. Maak daarbij gebruik van de volgende
belichtingsformule:
diafragma (F-getal) = richtagetal (GN) : afstand tot het onderwerp (in m)'
4.Druk, nadat de flitser volledig is opgeladen, de ontspanknop in voor het maken van de opname.
Het richtgetal wijzigt, afhankelijk van de positie van de zoomkop (zie((tabel 2)). Het richtgetalwijzigt
ook afhankelijk van de ingestelde filmgevoeligheid (lSO)(zie ftabel 3) ). Indien een andere dan een
ISO10O film wordt gebruikt, moet het getal van tabel 3 met het getal van (tabel 2) worden
vermenigvuldigd.
Bijvoorbeetd:
Er wordt een film van lSO400 gebruikt, de zoomkop staat op 50mm ingesteld en
de flitsschakelaar in stand MH. Vermenigvuldig het getal "2'van ((tabel 3) met het getal "40' van
(tabel2) (40X2=80). Dit wordt dan het nieuwe effectieve richtgetal (GN).
Voorbeeld:
afstand van flitser tot het onderwerp is 10 meter. F-getal = 80 : 10
- 8 (8 is het F-getal
dat op de camera moet worden ingesteld.)
Wanneer er in de MH stand snel achter elkaarwordt geflitst, moet na elke 15 flitsen ongeveer 10
minuten worden gewacht voordat nieuwe flitsopnamen worden gemaakt. In de ML stand geldt in
dat na elke 40 flitsen moet worden gewacht.
De sluitertijd is instelbaar van de
100% licnthoeveelheid
of met 1/16
Publicidad
