Plaatskeuze
Na de montage van de dakairconditioning moet een
eventueel in de omgeving aanwezige uitlaat ten minste
10 cm boven de airconditioning uitsteken. Indien nodig moet
de uitlaat verlengd worden (gegevens van de fabrikant van de
verwarming in acht nemen).
Het voertuigdak (dakdiktes van 25 tot 110 mm) moet vlak en
glad zijn.
Er zijn 3 inbouwmogelijkheden:
–
De uitsparing moet opnieuw worden uitgesneden
(350 x 380 mm).
–
Uitsparing van een aanwezig dakluik (400 x 400 mm)
zonder afdichtingsframe (toebehoren).
–
Uitsparing van een aanwezig dakluik (400 x 400 mm) met
afdichtingsframe (toebehoren). Inbouwhandleiding is bij het
afdichtingsframe bijgesloten.
De onderstaande punten moeten altijd in acht worden
genomen:
–
De inbouw van het toestel zou liefst zo gecentreerd mogelijk
moeten worden uitgevoerd.
–
Ga na of eventuele hindernissen de montage belemmeren.
–
Tussen dakbinnen- en buitenzijde kunnen elektrische kabels
lopen. Klem alle spanningsbronnen voor aanvang van de
werkzaamheden volledig af.
–
Dakbelasting mag niet worden overschreden (zie opgaven
van de voertuigfabrikant).
–
Interne inbouwplek op hindernissen controleren.
–
Rond de uitsparing in het dak moet tussen bovenste en
onderste dakoppervlak een houten versterkingsframe
(min. 25 mm) worden gemonteerd. Eventueel moet de isola-
tie worden verwijderd.
Inbouw uitsparing 400 x 400
Wij adviseren voor de optimale afdichting het als toebeho-
ren verkrijgbare afdichtingsframe (art.-nr. 40091-19000) te
gebruiken.
Hoe het afdichtingsframe moet worden gemonteerd, vindt
u in de inbouwhandleiding die bij het afdichtingsframe is
bijgesloten.
Inbouw van het toestel bij voertuigen met aanwezig dakluik:
de uitsparing moet 400 x 400 mm bedragen.
Aanwezig dakluik demonteren (indien nodig de uitsparing
vergroten).
Afdichtingsresten en oneffenheden verwijderen.
Schroefgaten met carrosserie-afdichtmiddel opvullen.
Zie voor overige montagestappen vanaf „Voorbereiding
netsnoeraansluiting".
54
Inbouw nieuwe uitsparing
Bij voertuigen zonder aanwezige uitsparing:
benodigde uitsparing 350 x 380 mm.
Sjabloon op de inbouwplek van het voertuig leggen en uitspa-
ring (350 x 380 mm) markeren en uitsnijden.
De 4 gaten (10 mm) voor de bevestigingshoekbevestiging af-
tekenen en door het dak boren.
Voorbereiding netsnoeraansluiting
Doorvoer voor netsnoer naar het aansluitpunt, bijv. op het in-
terieurplafond aanbrengen.
Toestel in horizontale positie op het dak tillen en in de uitspa-
ring plaatsen. Pijl wijst in rijrichting.
Als het toestel werd omgedraaid resp. uit de horizontale
inbouwpositie werd gebracht, moet voor het inschakelen
van het toestel 2 uur worden gewacht.
Toestel in uitsparing tot aanslag naar voren schuiven.
Beschermfolie van het toestel trekken.